97) Men beschikt over twee oplossingen. Oplossing A heeft een concentratie van 15% en oplossing B heeft een concentratie van 30%. Men wil 30 cl maken met een concentratie van 20% door de twee oplossingen met elkaar te mengen. Hoeveel van oplossing B heeft men daarvoor nodig?
- 20 cl
- 10 cl
- 7,50 cl
- 3,33 cl
Verborgen inhoud
Stel een vraag over deze oefening.