Om gemakshalve het oneindige te vermijden kun je de ruimte beschouwen als een spiegelkamer met volume V, met daarin een aantal sterren die samen in een constant tempo energie uitstralen, met vermogen P. De uitgestraalde energie gaat nergens verloren, de straling kan veranderen maar het blijft straling met dezelfde energie. Op tijdstip t is de totale stralingsenergie in de kamer E = P
·t. De energiedichtheid van de straling is u = E/V.
Volgens de
wet van Stefan-Boltmann geldt voor de evenwichtstemperatuur T in de ruimte: T
4 = u/a, waarbij a een constante is.
- Als het volume van de kamer constant is dan stijgt T
4 (evenals u) evenredig met de tijd.
- Als de drie dimensies van de kamer evenredig met de tijd toenemen dan
daalt T
4 (evenals u), evenredig met t
-2.