Binnenkort kunnen we supersnaren bekijken! Of misschien ook niet. Wie weet. In ieder geval hebben vier theoretici uit Utrecht afgelopen maand een voorstel gedaan hoe je supersnaren zou kunnen maken en waarnemen in het laboratorium. Ze gebruiken daarbij eigenschappen van het Bose-Einstein condensaat.
Supersymmetrie is een belangrijke symmetrie. Zonder supersymmetrie zou snaartheorie bijvoorbeeld niet in staat zou zijn fermionen te beschrijven. Erg belangrijk dus, maar zoals dat wel vaker in de snarenwereld het geval is: nog niet experimenteel aangetoond. Kort geleden hebben Michiel Snoek, Masudul Haque, Stefan Vandoren en Henk Stoof een voorstel gedaan om supersymmetrie experimenteel aan te tonen door een "niet-relativistiche Green-Schwarz supersnaar" te maken. (arxiv.org/abs/cond-mat/0505055)
Grofweg is het recept als volgt. Vang een zeer koud wolkje fermionen in de kern van een gequantiseerde vortex in een Bose-Einstein condensaat. In een Bose-Einstein condensaat zijn alle deeltjes in dezelde quantum grond toestand. Het Pauli uitsluitings principe speelt dus een belangrijke rol. Bosonische atomen (zoals rubidium-87 )hebben daar geen last van. Het bosonische deel van de supersnaar bestaat uit een vortex lijn, die gevormd wordt door een 1-dimensionaal Bose-Einstein condensaat dat ronddraait in een optisch rooster. Onder bepaalde omstandigheden kan dan een fermionische wolk (bestaande uit bijvoorbeeld potassium-40) worden gevangen in deze bosonische vortex. Door met een laser op dat draaiende ultrakoude boson-fermion mengsel te schijnen zou je dan supersymmetrie moeten kunnen waarnemen. Althans, in theorie. Of dat in de praktijk ook het geval is moeten we nog even afwachten. Het is in ieder geval een leuk idee.
Zie ook:
http://www.physicsweb.org/articles/news/9/5/7/1