Het assenstelsel heeft in dit probleem niet echt een functie hoor. Als je een persoon die niet echt beweegt laat kijken op iemand die met een snelheid kort tegen de lichtsnelheid ligt. Dan zal steeds voor die laatste de tijd trager lopen dan voor de stilstaande persoon
Snelheid is relatief. Er is geen enkele manier om uit te maken wie van beide( de thuisblijver of de reiziger) een snelheid heeft. Eigenlijk moet je dus steeds zeggen : De snelheid tussen de thuisblijver en de reiziger bedraagt 0,8 c en wie er beweegt is niet uit te maken.
Het rare is dat beiden de klok van de andere zien trager lopen. Dit wordt ook wel het tweelingenparadox genoemd. Voor mer informatie en een correcte berekening van het gevraagde verwijs ik graag naar onze minicursus (die momenteel blijkbaar niet online is)