Volgende slide begrijp ik niet volledig:
Als R_s de inwendige weerstand van de bron is, en vanuit de notatie ga ik daar ook vanuit, dan vindt er een spanningsvalletje plaats over die weerstand. Ik zie niet in hoe een buffer dit euvel verhelpt vermits de buffer toch pas kan worden aangesloten na die weerstand R_s? Immers, voor zover ik het begrijp is die weerstand R_s niet fysisch en slechts een model voor de niet-idealiteit van de bron. M.a.w. hoe 'compenseert' de buffer die niet-idealiteit?