Waarom heeft de heer Descartes het een x/y-stelsel genoemd ...? Of heette het in zijn tijd gewoon horizontale en verticale as?
Descartes heeft nooit een xy-coordinatenstelsel getekend en heeft nooit de termen coördinaten en assen gebruikt. Waarom wordt een xy-coordinatenstelsel dan toch Cartesisch genoemd?
Descartes ontdekte dat curves die met meetkundige middelen (passer en liniaal) geconstrueerd zijn, exact vertaald kunnen worden in een algebraische vergelijking met een x en y. De letters x en y waren bij hem de lengtes van hulplijntjes. Vervolgens keek hij of de vergelijking in een eenvoudige categorie viel. De eenvoudigste categorie is de tweedegraadsvergelijking met x en y, dan is de curve een kegelsnede (cirkel, ellips, parabool, hyperbool).
- Descartes2a 1291 keer bekeken
De linkerfiguur is een voorbeeld van Descartes, waarin de gestippelde curve geconstrueerd wordt met drie schuivende en draaiende linialen. [
La Geometrie, p.320] In de rechterfiguur heb ik de bekende en onbekende lengtes die Descartes in zijn uitwerking defineerde ingetekend. Descartes verkreeg bij dit voorbeeld een tweedegraadsvergelijking die een hyperbool voorstelt:
\( y^2 = cy - \frac{cx}{b} y + ay - ac \).
Als moderne lezer kun je x en y interpreteren als numerieke coordinaten, maar voor Descartes waren het lengtes van hulplijnen. De verschillende voorbeelden van Descartes vertonen nog geen voorkeursrichtingen voor de x- en y-hulplijnen.
De geleidelijke ontwikkeling van de tekeningen van Descartes naar ons moderne cartesiaanse assenstelsel, wat een paar honderd jaar gekost heeft, vertoont de volgende kenmerken:
* coordinatenstelsel werd gestandaardiseerd tot orthogonale assen, i.p.v. vaak scheve assen
* abscis-as (x-as) werd horizontaal (i.p.v. verticaal zoals in bovenstaande figuur van Descartes)
* de assen werden gelijkwaardige, i.p.v. ongelijkwaardig (de abscis- en de ordinaat-as zijn ongelijkwaardig)
* negatieve coordinaten, en een assenstelsel met 4 kwadranten werden acceptabel
* assen werden gelabeld met x en y, en de oorsprong gelabeld met O (i.p.v. de A die Descartes soms gebruikte, of niets)
Descartes zelf gebruikte een enkele as, de abscis-as, en bij elke absciswaarde hoorde een scheve hulplijn waarvan de lengte, de ordinaat, een (impliciete) functie was van de abscis.
Wikipedia.
Het concept van twee gelijkwaardige assen werd geintroduceerd in de appendix van de Latijnse vertaling (1649) van Descartes'
La Géométrie (1637), door Frans van Schooten en diens studenten (waaronder Johan de Witt, die een begenadigd wiskundige was voordat hij als raadspensionaris gelyncht werd door het gepeupel). De twee gelijkwaardige assen vonden niet meteen navolging.
Newton tekende een aantal 'vlakke derdegraadskrommen' (bijv.
\( y^2 = x^3 + ax + b\) ,
wiki), in een appendix van Opticks (Enumeratio linearum tertii ordinis, 1704), in een coordinatenstelsel met twee ongelijkwaardige assen, de abscis en de ordinaat. De oorsprong was het nulpunt van de abscis. Newton gebruikte alle vier de kwadranten, hij had geen bezwaar tegen negatieve coordinaten.
Uppsala
Leibniz (1693) was de eerste wiskundige die coordinaten op de moderne manier gebruikte, waarbij beide coordinaten gelijkwaardig zijn en de plaats van een punt in het vlak bepalen. Hij introduceerde onze huidige terminologie (coordinaten, x-as, y-as, functie, variabele).
Euler liet in zijn werk "Introductio in analysin infinitorum" (1748) zien dat de samengestelde beweging van een lichaam, zoals een schip op zee dat slingert, stampt en deint, goed geanalyseerd kan worden in een Cartesisch coordinatenstelsel. Zijn assenstelsel had gelabelde assen. (
1)
1 2 3