Hey allemaal,
De leraar legde uit over hoe de regels van een serie en een parallelschakeling in elkaar zitten.
Dus het deeltje over de vervangingsweerstanden begreep ik gewoon.
Maar bij de 2 regels over resulterende stroom en spanning en over dat bij serie stroom overal gelijk is, en bij parallel spanning kreeg ik veel vragen.
Dus nu heb ik geredeneerd:
Als je in een serie schakeling een weerstand plaatst, zal dit enkel de spanning erop beperken.
Als je in een parallel schakeling een weerstand plaatst, zal dit de stroomsterkte beïnvloeden.
Maar nu heb ik nog een 2e vraag.
Mijn leraar legde ook uit over dat alleen als de weerstanden in elke vertakking gelijk zijn, de stroom eerlijk wordt opgedeeld (logisch).
Maar hoe bereken je dan als het andere weerstanden zijn?
Ik ga nu een stappenplan daarvoor proberen te bedenken, je mag best lachen als het fout is .
1.Tel alle weerstanden bij elkaar op.
2.bereken hoeveelste deel de weerstand is van de totale weerstand.
3.Vermenigvuldig hoeveelste deel het is met de stroomsterkte.
4.Je hebt het nu berekend voor die vertakking, ga door met de rest.
Is dit goed?