Mich^ schreef:Ik heb het denk ik al gevonden:
Kan iemand bevestigen of dit klopt, het is misschien niet de juiste uitleg, maar daar gaat het ff niet om
GE (32) --> GA (31) ==> P-type
GE (32) --> AL (13) ==> P-type
SI (14) --> SB (51) ==> N-type
dus als het atoomnummer van de verontreinig
kleiner is dan is het dus een p-type
als het atoomnummer groeter is dan is het een N-type.
ik vrees dat de uitleg niet waar is, maar alleen toevallig overeenkomt met je voorbeelden
je moet kijken naar het aantal elektronen in de valentieschil van het atoom (dit is de buitenste schil).
Als je een stof verontreinigt met atomen die minder elektronen in de valentieschil hebben dan ontstaat er op die plaatsen een tekort aan elektronen, oftewel een positief gat, dus P-type.
Als je daarentegen een stof verontreinigd met atomen die meer elektronen hebben in hun valentieschil dan ontstaat op die plaatsen een teveel aan elektronen, ofwel een negatieve plaats, dus N-type.
bv Ge bevat 2 elektronen in de valentieschil, Ga maar 1. Als ik dus Ge atomen vervang door Ga atomen zullen er op die plaatsen waar ik het atoom vervangen heb een elektron tekort zijn, dus P-type.
Al bevat ook 1 elektron in de valentieschil, dus ook P-type.
Si bevat net zoals Ge ook 2 valentie-elektronen. Sb bevat 3 valentie-elektronen. Het inbrengen van Sb in Si zal dus een overschot aan elektronen teweeg brengen, dus N-type.