delta x . delta p h/4
Als je exact de positie weet, dus als delta x 0 is, hoe kun je de formule dan gebruiken?
en ik die dacht dat het dat niet was....DvR schreef:Heisenberg leidde af dat de minimale onbepaaldheid in de positie van een deeltje samenhangt met de impuls volgens
delta x delta p h/4pi.gif.
Deze onbepaaldheid bracht hij in verband met de de verstoring van een systeem die gepaard gaat met iedere meting.. De waarneming van een electron bijvoorbeeld middels een röntgenmicroscoop vereist een interactie met minimaal één lichtquantum.. Een nauwkeurige positiebepaling vereist een hoog-energetisch lichtquantum, maar deze veroorzaakt juist een maximale verstoring van de impuls..
bron: Serway/Jewett"some students incorrectly interpret the uncertainty principle as meaning that a measurement interferes with the system. For example, if an electron is observed in a hypothetical experiment using a optical microscope, the photon used to see the electron collides with it and makes it move,giving it an uncertainty in momentum. This is not the idea of the uncertainty principle.The uncertainty is independent of the measurement process and is grounded in the wave nature of matter"
De laatste opmerking klopt als je kijkt naar de wijze waarop het onzekerheidsprincipe wordt afgeleid (uit de golffunctie worden de stochastische variabelen plaats en impuls afgeleid en de spreidingen van de beide variabelen voldoen aan de heisenberg ongelijkheid). Helaas heeft Heisenberg daarna zelf voor de nodige onduidelijkheid gezorgd door er een andere interpretatie aan toe te voegen (namelijk de verstoring van een quantum systeem door het uitvoeren van een meting).rodeo.be schreef:en ik die dacht dat het dat niet was....DvR schreef:Heisenberg leidde af dat de minimale onbepaaldheid in de positie van een deeltje samenhangt met de impuls volgens
delta x delta p h/4pi.gif.
Deze onbepaaldheid bracht hij in verband met de de verstoring van een systeem die gepaard gaat met iedere meting.. De waarneming van een electron bijvoorbeeld middels een röntgenmicroscoop vereist een interactie met minimaal één lichtquantum.. Een nauwkeurige positiebepaling vereist een hoog-energetisch lichtquantum, maar deze veroorzaakt juist een maximale verstoring van de impuls..
bron: Serway/Jewett"some students incorrectly interpret the uncertainty principle as meaning that a measurement interferes with the system. For example, if an electron is observed in a hypothetical experiment using a optical microscope, the photon used to see the electron collides with it and makes it move,giving it an uncertainty in momentum. This is not the idea of the uncertainty principle.The uncertainty is independent of the measurement process and is grounded in the wave nature of matter"
nu ben ik niet meer mee
Als delta x=0 weet je de positie dus exact.Als je exact de positie weet, dus als delta x 0 is, hoe kun je de formule dan gebruiken?
Dat is een manier van uitleggen van het onzekerheidsprincipe die ik nog nooit gehoord heb. Heb je referenties voor deze opvatting?Het onzekerheids principe gaat er van uit dat een deeltje niet beide eigenschappen (plaats en snelheid) tegelijktijd kan bezitten.
Ook in de macro wereld kun je het onzekerheidsprincipe direct toepassen. Door de grote massa valt de spreiding tengevolge van het onzekerheidsprincipe in het niet ten opzichte van andere meetfouten.Jan schreef:In ons dagelijks leven zien we die twee eigenschappen wel terug in grote objecten (b.v. een stoel, waarvan we de positie en snelheid vrij nauwkeurig kunnen vastleggen) en daarom is het ook moeilijk te begrijpen. Het punt waarop de onzekerheid overgaat in onze dagelijkse zekerheid is dan ook (nog) niet bekend.
Hoewel de het onzekerheids principe vaak wordt uitgelegt als het beinvloeden van deeltjes door de meting zelf, is dit dus niet de bedoeling van deze theorie.
De wiskunde waarmee het deeltje beschreven wordt in de kwantummechanica impliceert dat nu eenmaal. Ten aanzien van het laatste punt meot je je afvragen: wat is een deeltje eigenlijk? Het idee dat je je het moet voorstellen als een biljardbal maar dan veel kleiner klopt niet. Het komt er eigenlijk op neer dat je niet zozeer moet proberen te begrijpen wat een deeltje is (daar komen we sinds de grieken niet uit) maar hoe het zich gedraagd. Impuls en positie zijn 2 macroscopische begrippen die opgevat als begrippen met een goed gedefinieerde waarde, slecht passen op de wijze waarop deeltjes zich gedragen.myheroh schreef:Hoe heeft heisenberg dit aangetoond of bewezen?
En hoe kan een deeltje geen bepaalde positie en een impuls hebben, dat wij ze niet kunnen bepalen is toch iets anders dan te zeggen dat hij ze niet heeft?
Dat kun je met wat Fourieranalyse aantonen, maar Griffiths toont het ook aan in zijn introductieboek, hoofdstuk 3. Om dat allemaal wat te reproduceren hier is wat veelAnonymous schreef:hoe komt hij dan tot die formule van
delta x . delta p Groter dan of gelijk aan h/4 pi ?