De Tour de France is begonnen.
Wat mij opvalt is dat als de renners een berg oprijden dat er dan eerst gefietst wordt in een heel lage versnelling, ofwel een klein verzet, maar na een tijdje schakelen sommigen een (paar) tandjes hoger onder dezelfde hellingspercentage.
Nu heb ik een vraag. Is het ook zo dat als je op de fiets zit dat een fietser ook een bepaalde koppelkromme heeft? Ik bedoel, dat als je in een heel klein verzet rijdt, dan heeft de fiets met de fietser in totaal dan welliswaar meer kracht, de fietser kan dan wel meer kracht zetten, maar de snelheid is relatief laag. Toch is bij een klein verzet fietsen met bijv. de wind in de rug veel vermoeiender als je dan toch een beetje snelheid wilt hebben, dan wanneer je dezelfde snelheid fietst met een groot verzet. Ik bedoel dan als je heel snel moet trappen, gaat dan dan niet ten koste van de (spier)kracht? Is er bij een fietser wel sprake van een bepaalde max. kracht (koppel) bij een bepaald beentempo(toerental). En dat een hoger beentempo ten koste gaat van de spierkracht?
Of is de spierkracht constant over het gehele beentempo? Dat lijkt mij toch niet?