Er is een minicursus waarin dat perfect staat uitgelegd
Maar ik heb iets vreemds bedacht
hoor aan.
We nemen een paradox met een trein . voor de duidelijkheid een plaatje(uit de minicursus)
Dit is wat er gebeurt. Een meisje in een trein, heeft op de vloer een lamp nergezet en aan het plafond een spiegel zodat het licht dat de spiegel raakt word weerkaatst. weer terug naar de bron.
Er staat ook nog een jongen te kijken als waarnemen van buiten de trein.
Nu zet het meisje de lamp aan en het licht gaat voorhaar recht omhoog en daarna weer naar beneden, en komt weer terecht waar het vandaan kwam,(die links van het plaatje). terwijl het meisje dat deed, kwam de langs de jongen, en voor de jongen gaat de lichtbundel niet alleen omhoog en omlaag maar ook van rechts naar links, (die rechterplaatje)
nu het volgende. De afstanden waar over word gesproken:
ik kijk alleen naar de afstand van de lamp tot het plafond. in het plaatje dus "L" genaamd.
Je kan de afstand L bereken met de volgende formule S=v*t
voor een lichtbundel in deze situatie geldt :L=c*t
omdat de trein met hoge snelheden beweegd heeft het meisje een andere tijd dan de jongen, dus schrijf ik het zo. L=c*t
meisje
en voor de jongen geld:L=c*t
jongen
en aangezien het meisje minder tijd verbruikt, krijg je dat haar L kleiner wordt, en zo niet alleen een contractie optreedt in de bewegingsrichting maar ook in de hoogte, ze kan de lamp natuurlijk ook plat leggen, en zo ontstaat er in de breedte ook nog contractie, en zo ontstaat er ruimte contractie,
ruimte=lengte*hoogte*breedte
aangezien ik hier nooit van heb gehoord, en het me sterk lijkt dat ik met iets revolutionairs komt, vraag ik me af, waar zit mijn fout?
of je vindt het natuurlijk een goed idee, dan hoor ik dat nog liever.