Voor een PO Scheikunde op school moeten wij het zoutgehalte van brood bepalen.
Dit doen wij door het brood op te lossen in water en dan te filtreren. Vervolgens titreren wij in het filtraat een zilvernitraatoplossing (0,1M). Als indicator gebruiken wij een 5% kaliumchromaatoplossing, de overmaat aan zilvernitraat zou dan als alle chloride op is een rode neerslag (kleurverandering) moeten vormen met de kaliumchromaat. Zo zouden wij kunnen uitrekenen wat de hoeveelheid natriumchloride in het filtraat en dus in het brood is.
Als het goed is klopt alles hierboven, alleen is er een ding wat wij niet begrijpen. Wij kregen, na een conceptwerkplan ingeleverd te hebben, te horen dat de natriumchlorideoplossing moet worden getitreerd met een zilvernitraatoplossing bij pH 6 a 7. Is er iemand die weet waarom er bij die pH waarde getitreerd moet worden? Aanvankelijk dachten wij dat het iets met een zuur-base reactie te maken had, maar volgens ons vind er alleen een neerslagreactie plaats.