Volgens mij heeft dat te maken met botsingen en met de wet van behoud van rotatiemoment. Als de originele gaswolk bij elkaar komt heeft deze een zeker totaal rotatiemoment. Daarbij hoort een as. Natuurlijk zou je met een bijna-bol en allerlei rare draaibewegingen bij elkaar dat rotatiemoment kunnen krijgen, maar dan kruisen de banen van verschillende deeltjes/sterren/stofwolken elkaar. Door dat kruisen wordt energie uitgewisseld tot er een stabiele situatie bestaat waarin de banen elkaar niet meer kruisen en alles zich in een vrij platte schijf afspeelt.
Er bestaan ook onregelmatige en elliptische (waaronder bolvormige) stelsels waarbij geen schijf aanwezig is.
Sterrenstelsels worden gevormd uit reusachtige waterstofwolken. Je moet je voorstellen dat tijdens de vorming van melkwegstelsels de gaswolken niet stilstaan maar ieder een eigen snelheid hebben in willekeurige richtingen. Een schijf onstaat wanneer twee of meer gaswolken vanwege hun onderlinge gravitatiekracht met elkaar in "botsing" komen. Omdat deze wolken doorgaans niet recht op elkaar af komen onstaat er een "koppel" en daardoor een draaimoment. Indien de gravitatiekracht het alleen voor het zeggen had, dan zou er in alle gevallen een afgeplatte schijf ontstaan. De afplatting wordt bepaald door de grootte van het draaimoment en de massa's van de wolken. Dat komt omdat het draaimoment behouden zal blijven ook terwijl de samengesmolten wolk samenkrimpt.
In een spiraalvormig sterrenstelsel lijkt het dat alle sterren in dezelfde draairichting bewegen. Nu vraag ik me af of dit echt zo is, of kunnen er toch een beperkte hoeveelheid sterren in de tegenovergestelde richting op bewegen?
Ze draaien in dezelfde richting. Ik weet niet precies de theorie achter het ontstaan van sterrenstelsels maar volgens mij kan je er van uitgaan dat het ongeveer zo werkt als in een zonnestelsel (immers ze hebben een belangrijk gemeenschappelijk element, zwaartekracht).
Wat je hebt in een zonnestelsel is een grote gaswolk die gaat krimpen door de zwaartekracht. Impulsmoment is een behouden grootheid en bij het krimpen van zo'n gaswolk zal daardoor de (toevallige) draaisnelheid groter worden. Hierbij heb je ook krijg je een een sterkere middelpuntzoekende kracht loodrecht op het impulsmomentmoment (in het uiteindelijke vlak dus) deze kracht werkt instorting tegen. Daarom zal de wolk in de ene richting sneller instorten dan de andere en krijg je een schijf.
Ik vraag mij af ,het zonnestelsel is een schijf waarbij de planeten alle een kant opdraaien . Jan antwoordt dat dit de wet van behoud van moment in een samentrekkende gaswolk . ok maar men neemt toch aan dat de melkweg expandeert vanaf de big bang . Waarom is de melkweg dan ook een schijf en geen bol vorm ?
Een sterrenstelsel begint als een min of meer bolvormige gaswolk waarin de beweging van de deeltjes ongeorganiseerd is. De beweging van de deeltjes kun je ontbinden in de cirkelbeweging die behouden blijft bij botsingen, wegens behoud van impulsmoment, en de andere beweging (opwaarts/neerwaarts en naar binnen/buiten) die geleidelijk verloren gaat bij botsingen. Omdat de opwaarts/neerwaartse beweging verloren gaat wordt de wolk platter. Zo is dat gegaan bij de Melkweg.
Overigens wordt niet elke wolk platter: een wolk met een lage gasdichtheid zal niet afplatten omdat er onvoldoende botsingen zijn, dat blijft een bolvormig stelsel.
De expansie van de ruimte is verwaarloosbaar voor kleine structuren zoals sterrenstelsels, daar bepaalt de zwaartekracht de bewegingen.
Overigens wordt niet elke wolk platter: een wolk met een lage gasdichtheid zal niet afplatten omdat er onvoldoende botsingen zijn, dat blijft een bolvormig stelsel.
ik vroeg mij af of sterrenstelsels altijd de vorm hebben van lakke schijven of zijn er ook stelsels bekend waarbij het een andere vorm heeft, bijvoorbeeld van een ronde of ovale bol?
Heeft het misschien te maken met het draaien van het midden van een sterrenstelsel?