Okay, het principe van op zulke manier een spanning te stabiliseren begrijp ik. Bedankt!
Op wikipedia lees ik:
De eenvoudigste spanningsregelaars bevatten een zenerdiode (voor de referentiespanning), een weerstand en een transistor, soms ondergebracht in één behuizing.
Wat is de rol van de transistor hierin? En waarom zijn er zoveel ingangen?
In de data sheets vind ik:
lm 511 keer bekeken
Ik zou niet weten wat ik met allemaal die ingangen moet doen als ik bijvoorbeeld eenvoudigweg een referentiespanning van 5V wil. Wat doe je daar dan allemaal mee? En wat is de rol van de referentie-condensator?
"C++ : Where friends have access to your private members." Gavin Russell Baker.
Als je een eenvoudige 5V ref spanning wil, kan je idd gebruik maken van een 3-terminal regulator (bvb een 7805). Die heeft slechts 3 aansluitingen, ingang, massa, en uitgang. Ingangsspanning wordt aangesloten tussen ingang en massa, uitgangsspanning van 5V tak je dan af dan tussen uitgang en massa.
Om op je vraag over de transistor terug te komen, die wordt gebruikt als regulator, waarbij de overschot van de ingangsspanning over de transistor 'valt'. De transistor kan bvb. gebruikt worden in een GBS schakeling (gemeenschappelijke basisschakeling). Ingang op collector, weerstand tussen collector en basis, zener van basis naar massa, en uitgang afnemen tussen emitter en massa.
Nog wel even rekening houden met de spanningsval over de emitter diode, dus voor 5V uitgang, zener van 5,7V gebruiken of zo.
Toch maar even snel tekening gemaakt:
In the beginning, there was nothing. Then he said:"Light". There was still nothing but you could see it a whole lot better now.