L.S.,
Het betreft hier geen huiswerk. Ik ben een oude vent van 78 jr.
Het betreft de bekende vraag van wie of wat botst harder, een auto tegen een muur of twee auto’s frontaal tegen elkaar.
Het betreft hier een zuiver hypothetisch geval. De auto’s hebben geen kreukelzone en zijn in feite onvervormbaar. Even zo is dat het geval met de betonnen muur. We houden ook geen rekening met het gegeven dat de botsgebeurtenissen plaatsvinden op een bewegende planeet, wat kan betekenen dat een van de auto’s een andere snelheid heeft dan de andere.
Een auto rijdt met een snelheid van 100 km/u tegen een betonnen muur,
en twee ‘andere’ auto’s , alhoewel van bouw/gewicht enz. geheel hetzelfde, rijden frontaal op elkaar in met die snelheid van 100 km/u.
Is er verschil in ‘botskracht’ (noem ik het maar) tussen die twee botsingen?is nu de vraag. Het moment van impact. Anders gesteld, de botsing tegen de betonnen muur is simpelweg een klap van 100 km/u, is de klap bij die twee auto’s nu 200 km/u of ook 100 km/u, en dit laatste dan omdat in feite die twee auto’s voor elkaar dezelfde ‘tegenhoudkracht’ vertegenwoordigen als die betonnen muur voor die andere auto.
Mijn boerenverstand plus het beetje natuurkunde0nderricht dat ik ooit op de Mulo ontving zeggen mij persoonlijk dat het laatste het geval moet zijn. Nemen we namelijk die twee zelfde auto’s uit die botsing maar nu met een snelheid van 50 km/u en 100 km/u, dan kom je niet anders dan tot het vermoeden dat de auto die met 100 km/u reed wat door zal schieten terwijl die auto die met 50 km/u reed (zonder in zijn achteruit te hoeven schakelen) wat achteruit zal moeten. Ik schat dat in dit geval de botskracht(resultante) (100 + 50):2= 75 km/u zal zijn.
Bij de botsende auto’s heb je te maken met 100% tegengestelde krachten. Van de twee waarden mag je er dan toch feitelijk een negatief noemen? En 100 +(-100)= gewoon 0.
Ja, kreeg ik wel als tegenwerping, natuurlijk, die auto’s staan op dat ‘botspunt’ wel stil, dus hebben dan 0 snelheid, accoord, maar de klap, die je als eventuele inzittende te verwerken kreeg was toch mooi 200 km, want je moet die vectoren optellen. Maar mag ik een van die vectoren een min-waarde geven, omdat die tegengesteld is, dan kom ik, denk ikzelf, niet tot 200km/u maar tot 0 km/u.
Heeft iemand een wetenschappelijk antwoord in voor een min of meer leek te lezen taalgebruik?
Bij voorbaat dank.
Mallehenkie.