Nog even terug naar je hier geplaatste bewijs:
EvilBro schreef: ↑za 04 aug 2012, 11:13
\(\sqrt{14 - 6 \sqrt{5}} + \sqrt{5} = k\)
\(\sqrt{14 - 6 \sqrt{5}} = k - \sqrt{5}\)
\(14 - 6 \sqrt{5} = (k-\sqrt{5})^2 = k^2 - 2 k \sqrt{5} + 5\)
\(9 - 6 \sqrt{5} = (k-\sqrt{5})^2 = k^2 - 2 k \sqrt{5}\)
\(3^2 - 2 \cdot 3 \sqrt{5} = k^2 - 2 k \sqrt{5}\)
\(k=3\)
In de voorlaatste regel heb je bewezen dat k moet voldoen aan de vergelijking:
\(3^2 - 2 \cdot 3 \sqrt{5} = k^2 - 2 k \sqrt{5}\)
.
Omdat onder de wortels in de gegeven formule voor k:
\( \sqrt{14-6 \sqrt{5}} + \sqrt{5} \)
geen negatieve getallen voorkomen,
moet k (als reëel getal) wel bestaan. Een van de uitkomsten van je vergelijking moet dus de gezochte k zijn. Maar welke? Op dat punt is je bewijs nog niet af. Welke k de juiste is kan je bijvoorbeeld bepalen door te bewijzen dat de andere gevonden waarde voor k rekenkundig gezien niet kan kloppen, waar je ook al een aanwijzing voor geeft.