Bedankt voor je antwoord, ik ben bekend met de gegeven Fourier transformaties en de 'pincet eigenschap' (ik ken deze als de sifting property). Je afleiding is mij duidelijk.
Wat betreft de onduidelijke notaties, daarover ben ik het met je eens.
Laat ik een stap teruggaan, in de slides (en overigens ook in het boek) staat het volgende:
Ik heb al eerder een andere en begrijpbare afleiding gezien waarin hetzelfde resultaat wordt verkregen, het gaat mij er nu dan ook niet om hoe je dit resultaat kan verkrijgen, maar op de manier waarop dat hier gebeurd.
Wat ik uiterst frappant vind is de input:
\(u(t)=e^{st}\)
.
Hierin komt zowel de Laplace variable 's' als de tijdsvariabele 't' voor.
Ik dacht eerst dat ik in deze formule de 's' gewoon voor een bepaald complex nummer moet zien, net zoals dat je in x(t) = a*t de 'a' als een zekere constante voorstelt (dus géén variabele).
Ik zou dan eerder schrijven:
\(u(t)=e^{s_{0}t}\)
met
\(s_{0}\)
een zekere complexe waarde die we nu niet definiëren om het resultaat algemeen geldig te houden. Ik zou het dan op de volgende manier uitwerken:
Dit resultaat is niet erg interessant.
In de uitwerking op de slides komt de 's' uit de input in de integraal voor, en dan krijgen we 'heel toevallig' een term die exact lijkt op de definitie van een Laplace integraal. Hier wordt de 's' uit de input dus gebruikt als Laplace / complexe variabele.
Zou je de input functie 'u' dan als functie van twee variabelen moeten zien; namelijk tijdsdomein variabele 't' en Laplace domein variabele 's'? Dit lijkt mij nogal vreemd...