Buiten is het koud, de lucht in huis is droog en de deurkruk geeft een schok. Aanleiding om te onderzoeken welke voorwerpen en materialen in huis bijdragen aan elektrostatische ontladingen: alleen metaal en hout of meer? Ik laad me op met een polyester shirt tegen de rugleuning van een stoel. Op isolerende schoenen (sportschoenen) loop ik met een stukje metaaldraad (een opengebogen paperclip) in de hand naar de muur toe. Als de punt op 15 cm afstand van de muur komt begint hij zachtjes te knetteren. Als de punt de muur dichter nadert volgen er nog 30 - 100 knetters (zonder zichtbare vonkjes, maar in het donker vertoont de punt wel een heel zwak glimlichtje). Als ik de punt eventjes verwijder stopt het geknetter, breng ik hem weer dichterbij dan begint hij pas te knetteren op de afstand waarop ik hem begon te verwijderen.
Het geknetter van de punt begint op dezelfde afstand (15 cm) van houten kozijnen, houten deuren, pleisterwerk, tegelwand, tapijt op houten vloer en de cv-radiator. De punt knettert niet bij glazen ruiten en kunststof meubels.
Bij het naderen van de cv-radiator eindigt de elektrische activiteit op een paar millimeter afstand in een zichtbare vonk die de hele afstand overbrugt. Die vonk zie ik niet bij het naderen van muren, en ook niet bij een metalen deurkruk.
Het geknetter op de tamelijk grote afstand van 15 cm, bij diverse wanden, is verrassend. Het zal de
corona ontlading zijn die optreedt bij een zwakker E-veld dan waarbij de lucht doorslaat.
In plaats van een stukje metaaldraad dat knettert blijkt een neonlampje uit een spanningzoeker ook zeer geschikt voor het aftasten van de 15 cm voor elke muur waar corona optreedt. De ene poot van het lampje houd ik in de hand, de andere poot buig ik zo dat hij naar de muur wijst. Het lampje brandt continu als hij in 1 seconde door het traject van die 15 cm heen naar de wand toe bewogen wordt. Hij geeft dan zwak oranje licht dat het best zichtbaar is in een donkere kamer. De stroom lijkt in de orde van 1 µA, want de helderheid van het zwakke licht is als van een spanningzoeker op het lichtnet met een externe serieweerstand van 100 MΩ. De elektrode aan de kant van de muur geeft licht, dus ben ik positief geladen.
De hoeveelheid lading die als corona weglekt bij het naderen van de muur over die 15 cm is kennelijk in de orde van Q = I t = 1 µA
· 1 s = 1 µC. Dat die hoeveelheid beperkt is valt op als ik de nadering halverwege onderbreek. Dan stopt het neonlampje met lichtgeven. Als ik het lampje even verwijder van de muur en daarna weer dichterbij breng begint het lampje pas licht te geven vanaf het punt waar hij eerder gestopt was.
- Neonlampje 573 keer bekeken
Welke eigenschap van de deurkruk maakt dat mijn vinger er een schok van krijgt? De vinger geeft veel minder geknetter dan een stukje metaaldraad, maar toch knettert het als de afstand tussen de vinger en de houten deur, het pleisterwerk of de tegelwand kleiner wordt dan een halve centimeter. Als de vinger dicht bij een op de deur, het pleisterwerk of de tegelwand geplakt stuk aluminiumfolie van 500 cm
2 komt dan krijgt de vinger een schok die krachtiger is dan bij de deurkruk (maar zwakker dan bij de cv-radiator). Een stuk aluminiumfolie van 50 cm
2 geeft een even sterke schok als de deurkruk. Een stuk aluminiumfolie van 5 cm
2 geeft een veel zwakkere schok dan de deurkruk. De vinger krijgt
geen schok van 500 cm
2 aluminiumfolie op glas.
Conclusie: de deurkruk veroorzaakt een schok vanwege zijn contactoppervlak met de wand. Zijn vorm, de handgreep, doet er niet toe. Om een schok mogelijk te maken hoeft de ondergrond geen houten deur te zijn, pleisterwerk en een tegelwand helpen even goed, maar het moet geen isolator zoals glas zijn.