In mijn eerste jaar natuurkunde in Leiden ( de Nobel) kreeg ik een tentamenvraag
die ik nog steeds niet kan oplossen ( nu na 46 jaar.....)
De vraag was: welke snelheid moet een sateliet minimaal hebben om in
een baan om de aarde te kunnen komen.
Ik schreef een computer programma dat het verband tussen omlooptijd en
hoogte berekent. De waarden kloppen met de praktijk.
Zo kan ik ook de snelheid van de sateliet in zijn baan berekenen.
Eigenlijk komt er uit dat de minimale vliegsnelheid eigenlijk 0 is als hij heel
ver weg zit.....
Toch heb ik het gevoel dat ik de vraag hiermee niet beantwoord...
Wie helpt me uit de droom
PS. ik ben met die studie gestopt omdat ik niets snap van differentiaal vergelijkingen,
differentiaal en integraal regekening...
Wel kan ik gewone algebra formules programmeren en zo oplossen..
(desnoods in kleine stapjes net zo lang rekenen tot de waarde vlakbij
de gewenste waarde komt)
Vast mijn dank
Wim