Bij een kegel met hoogte h, straal r en 'schuine zijde' a, is de zijdelingse oppervlakte gelijk aan pi*r*a.
Ik heb me zitten afvragen: als je die kegel openvouwt, krijg je toch een cirkel met middelpunt de top van de cilinder, en straal a?
Waarom is die oppervlakte dan niet gewoon gelijk aan a²pi?