Even een heel controversieel topic. Bij onze periodieke cursus (basis)natuurkunde blijven een paar dingen aan mij knagen.
Er is voor zover ik weet niet vastgelegd wat een natuurwet exact moet inhouden, maar gezien het universele karakter hiervan moet deze vanzelfsprekend aan het volgende voldoen:
Bij een universele natuurwet dient dat wat erin wordt beschreven onderbouwd te worden, door aan te tonen, of waar te nemen, dat wat in de wet beschreven wordt daadwerkelijk altijd plaatsvindt onder de juiste omstandigheden.
Als jullie het hierover eens zijn, het volgende:
Newton stelt dat gravitatie een grootheid is die direct gerelateerd is aan massa van een object en de onderlinge afstand tussen twee objecten. Hoe kan deze stelling een universeel gegeven en fundamentele natuurwet zijn, terwijl de uitwerking van Newton zich beperkt tot slechts dit zonnestelsel? Nergens zie ik bijvoorbeeld het verschil in kosmische snelheid van zonne- en sterrenstelsels onderling terug, terwijl dit een grote variabele is. En waarom wordt geacht dat deze voorstelling van gravitatie universeel is, terwijl grote inconsistenties optreden bij het toepassen hiervan buiten ons zonnestelsel?
Een probleem dat zich al meteen presenteert is het meten van de gravitatieconstante G:
- The Newtonian gravitational constant: recent measurements and related studies
http://iopscience.io...4-4885/60/2/001
Verdere onregelmatigheden op basis van G treden op wanneer men de huidige gravitatiewet (of relativiteitstheorie) gaat toepassen op hemellichamen buiten ons zonnestelsel. Deze ‘tekortkomingen’ van de huidige voorstelling van gravitatie zijn tegenwoordig zichtbaar door het onvermogen om een verklaring te vinden voor hoe bepaalde hemellichamen en sterrenstelsels ver weg zich voortbewegen in hun baan, het zogenaamde melkwegstelseldraaiingsprobleem. Omdat waarnemingen van bepaalde banen van verre hemellichamen en sterrenstelsels niet overeenkomen met de gravitatiewet van Newton en de daaruit/daarop ontwikkelde relativiteitstheorie, wordt dit gebrek aan meetbare massa die de 'afwijkende' banen van verre hemellichamen veroorzaakt opgevuld met donkere materie (?).
In feite is er op basis van de huidige theorie dus een meetfout, die minimaal gelijk is aan de hoeveelheid donkere materie waarvoor moet worden gecompenseerd. Geschat wordt dat donkere materie 84,5% van de heelalmassa bevat, om de anders onverklaarbare gravitatiekrachten op basis van massa een bestaansrecht te geven. Wanneer donkere materie niet bestaat, bedraagt de meetfout op basis van de gravitatiewet / relativiteitstheorie dan 84,5%?
Donkere materie is puur hypothetisch, niet zichtbaar, niet meetbaar, niemand weet wat het is. Recent onderzoek naar donkere materie, waarbij alle modellen wezen op de aanwezigheid ervan, resulteerde in het niet kunnen vinden ervan:
- Kinematical and chemical vertical structure of the Galactic thick disk
A lack of dark matter in the solar neighborhood
http://www.eso.org/p...217/eso1217.pdf
De eerste veronderstelling van mij is dat wanneer een universele natuurwet die niet universeel getoetst is, dat bij eventueel later optredende inconsistenties bij universele toetsing, dit zou moeten leiden tot een (fundamentele) herziening van deze wet. Dit is echter niet het geval bij de gravitatiewet en afgeleiden hiervan, integendeel, er wordt vastgehouden aan een oude definitie gebaseerd op veronderstellingen die niet universeel getoetst kunnen worden zonder het erbij ‘verzinnen’ van niet aantoonbare krachten en deeltjes. Dit ondermijnt in feite het universele en wetenschappelijke karakter van de wet.
In beginsel moet worden vastgesteld wat gravitatie in werkelijkheid inhoudt, en waar, wanneer en waarom deze ontstaat. Voorstaand is per definitie vereist om processen binnen het heelal op een zinnige manier te verklaren. Dit is in feite nagelaten door de ontwerper van de gravitatiewet, alsmede door het merendeel van de wetenschappelijke wereld die hiervan gebruik maakt. Het is derhalve nooit goed onderzocht, waardoor een gedegen omschrijving hiervan ontbreekt.
Als ik als niet-natuurkundige naar de gravitatiewet kijk is deze wat mij betreft gefalsificeerd als universele natuurwet, gezien de bewijslast omgedraaid wordt. Ik zou moeten bewijzen dat de gravitatiewet incorrect is, waarbij ik onmogelijk kan bewijzen dat een onzichtbaar theoretisch deeltje als donkere materie niet bestaat. Aan de andere kant is er totaal geen bewijslast binnen de wetenschap betreffende donkere materie, “omdat die er wel moet zijn”.
Is er iemand die mij kan helpen dit te begrijpen?