Deze wet stelt namelijk dat een groot aantal kansexperimenten weergeeft hoe de kansverhoudingen liggen.
Dus als je tien miljoen keer met een dobbelsteen gooit zul je in de resultaten zien dat de hij ongeveer even vaak op alle zijden valt. Uit experimenten blijkt dit te kloppen en er zijn ook formules voor(die ik overigens niet snap)
Maar dan komt dus mijn vraag. Stel je hebt een dobbelsteen met drie vlakken waarmee een kansexperiment wordt uitgevoerd. De kans dat hij op een bepaald vlak valt is 33%. Van tevoren gesteld dat hij twee keer op hetzelfde vlak zal vallen is 0,33*0,33. De kans dat dit zich over een groot aantal experimenten blijft herhalen is klein omdat de kans op alleen maar een bepaald vlak telkens verkleint met 66% wat de kans op een ander vlak veel groter maakt. Maar Duizend keer achter elkaar op een bepaald vlak gooien is toch een mogelijk resultaat?. Echter, zal na zo'n experiment blijken dat de kans op een bepaald vlak 33% is, maar hoezo valt de kans op alleen maar hetzelfde vlak dan weg?
De wet van grote aantallen stelt, naar mijn interpretatie, dat de kans op een bepaald resultaat(alleen maar een bepaald vlak) na een x aantal experimenten 0% is.