Ik heb mijn cursus doornomen en heb nog enkele vragen. Ik heb een gedacht maar wil weten of ik al dan niet in de juiste richting zit.
* Hoe teken je de pijlen voor een tweefasige systeem. Ik weet hoe je het moet doen voor een driefazig systeem (ster, driehoek) maar een tweefazig systeem is me niet gekend.
* Is het handig (lees: moet) een verliesstroomschakelaar te gebruiken bij respectievelijk TT en TN?
Bij TN heeft de foutstroom het karakter van een kortsluiting zover ik me herinner. En het is goed voor kleine verliezen te detecteren (stroom die naar grond lopen) maar of het bij de ene topologie weggesmeten geld is of niet weet ik zo niet.
* Lusaardingen. Wat ik denk is dat deze de stapspanning verkleint omdat je op een equipotentiaalvlak bent. Het kan geen kwaad een penaarding erbij te steken aangezien deze de impedantie naar de grond enkel kan verlagen. De foutspanning tov de spanning ver weg van de lus verkleint niet. Deelfoutspanning in de lus daarentegen wel. Is dit allemaal juist?
* Een driefasig toestel heeft P = 11kW, Unom = 380V en cos(phi)=0.5.
Is Inom = P /(Unom cos(phi)) = 58 A?
* klassen:
Klasse 1 toestellen moeten geaard worden. Klasse 2 toestellen bieden voldoende veiligheid tegen waterindringing want zijn geisoleerd van de buitenwereld? Klasse 2 toestellen mogen aan de beschermingsgeleider verbonden worden want de bedoeling is de fout te verpakken. In de les werd er gezegd dat er bij een Uf van 230V dan op de PE 115V komt. Kan iemand me uitleggen waarom? dat is ergens via spanningsdeler volgens mij maar ik heb maar 1 weerstand en dat is Rene (ongeveer 5ohm)
Bedankt