De boogfunctie z = boog(u;c) heeft een top voor dz/du = 0. Dus:Bartjes schreef: ↑za 13 jul 2013, 23:53
De oplossing van onderstaande zuiver wiskundige (want dimensieloze) differentiaalvergelijking (*) die als beginpunt (u,z) = (0,0) heeft, die met een positieve afgeleide dz/du start en als positieve constante c bevat schrijven we als z = boog(u;c) :
\( \left ( \frac{\mbox{d} z}{\mbox{d} u} \right )^2 \, = \, \left ( c^2 \, + \, 1 \right ) . (1 - z)^2 \,\, - \,\, 1 \,\,\,\, (^*) \)
\( 0 \, = \, \left ( c^2 \, + \, 1 \right ) . (1 - z_{top})^2 \,\, - \,\, 1 \)
\( ( c^2 \, + \, 1 ) . (1 - z_{top})^2 \,\, = \,\, 1\)
\( (1 - z_{top})^2 \,\, = \,\, \frac{1}{ c^2 \, + \, 1 } \)
\( 1 - z_{top} \,\, = \,\, \frac{1}{ \sqrt{c^2 \, + \, 1} } \)
\( z_{top} \, = \, 1 \, - \, \frac{ 1 }{\sqrt{c^2 \, + \, 1}} \,\,\,\,\,\,\,\,\,\,\, ( \mu ) \)
.De grafiek van de boogfunctie begint bij (u,z) = (0,0) met een positieve afgeleide (dz/du)u=0. Uit (*) zien we dat dan moet gelden: c = (dz/du)u=0.
De grafiek loopt dus schuin naar boven en daardoor neemt de helling dz/du af. Voor de boven berekende waarde ztop (en een daarbij horende nog nader te bepalen waarde utop ) wordt het helling nul en heeft z de grootst mogelijke waarde. Daarna daalt z weer en wordt de helling dz/du steeds negatiever.
Omdat dz/du voor gegeven z tussen 0 en ztop steeds twee exact tegengestelde waarden heeft (positief vóór en negatief ná de top), is de grafiek (boven de u-as) symmetrisch rond een symmetrielijn door utop. De twee nulpunten van de grafiek zijn daarom u=0 en u=2.utop .
Het berekenen van utop is wat meer werk, daar kom ik nog op terug.