Hoe vreemd het ook klinkt: zowel onder werkenden als onder gepensioneerden sneuvelen enige duizenden Nederlanders per jaar extra wanneer de economie uit het dal klimt en iedereen weer hosanna roept over de groeicijfers.
Onderzoekers legden de sterftecijfers van 40 tot 44 jarigen en 70-74-jarigen onder de loep, in de periode 1950-2008 in 19 ontwikkelde landen, waaronder Nederland.
Op de lange termijn vertonen de sterftecijfers en de groei van het bruto binnenlands product (BBP) een duidelijke trend: de sterfte gaat omlaag (we worden gemiddeld steeds ouder) en het BBP omhoog. Maar als je in beide grafieken die trend eruit haalt en alleen kijkt naar de conjunctuur – periodieke schommelingen met een tijdsduur van enkele jaren – dan gaan die van 1950 tot 2005 wonderlijk gelijk op. Rond 2008 zit er overigens wel een fikse dip in de sterftecijfers die veel groter is dan de dip in het economische groeicijfer. Gemiddeld neemt de sterfte bij mannen ongeveer 0,4 procent toe met iedere procent groei van de economie die boven de lange termijn trend uitstijgt, en bij vrouwen ongeveer 0,15 procent.
Bron, lees verder, lees meer:
Noorderlicht
Universiteit Leiden
Publicatie:
Herbert J A Rolden, et al.: Old age mortality and macroeconomic cycles