Hallo, ik heb een vraagstuk uit de praktijk.
Ik werk bij een bedrijf waar een kunststof folie baan geperforeerd wordt in de dwarsrichting van de baan, door middel van een roterend perforatie mes.
De huidige opstelling maakt gebruik van een servomotor die de snelheid van het mes zo regelt, dat deze wanneer de folie geperforeerd wordt, de punt van het mes gelijk loopt met de snelheid van de foliebaan. Wat echter niet in de berekening is meegenomen, is dat de punt van het mes echter door de folie heen prikt en dus eigenlijk geen constante snelheid zou moeten hebben vanaf het moment dat de folie geraakt wordt.
Ik voel zeg maar wel aan hoe ik moet denken, ik kan alleen niet bepalen hoe ik dit kan onderbouwen deze insteek niet klopt.
Eerder heb ik een eenheidscirkel getekend met een afgeknotte onderkant voor het snelheidsprofiel maar daar ben ik niet uitgekomen. Ik zoek eigenlijk naar een praktische onderbouwing voor hoe de positiegrafiek en de snelheidsgrafiek uit zien van één omwenteling van het mes, aangezien de folie over de hals van het mes glijdt wanneer je het mes als stationair aanneemt.
ik heb een tweetal tekeningen bijgevoegd van hoe de situatie nu is. (zijaanzicht en huidig snelheidsprofiel en positieprofiel)