Goedenavond allemaal.
Ik heb maandag een stageles ivm warmtetransport door stroming. Hierbij moet ik een proefje uitvoeren dat luidt als volgt:
Je krijgt een gekleurd ijsblokje. Breng het in een beker met koud water. Wat stel je vast
a) ijsblokje gaat onmiddellijk drijven
b) Als het ijs begint te smelten gaat de koude gekleurde, vloeistof dalen
verklaring: het gekleurde water is kouder en dus zwaarder dan het water in de beker.
(wat in het vet staat moet ik zelf invullen)
Maar nu dus mijn vraag: als het ijs begint te smelten, dan gaat de koude, gekleurde vloeistof dalen omdat het kouder en dus zwaarder is. Maar hoe komt dit? Ik begrijp niet goed waarom koud water gaat dalen en daardoor dus zwaarder is. Dit is een proefje om warmtetransport door stroming te omschrijven. Ik weet niet hoe ik het goed en duidelijk kan omschrijven aan de leerlingen.
Bedankt!