Ik beperkte me tot het Nieuwe Testament om de discussie kleinschaliger te houden. Het heeft niets met onbetrouwbaarheid van het Oude Testament te maken. De RK kerk heeft verschillende elementen in haar leer die afwijken van de bijbel. Mariaverering, aflaat en vagevuur zijn daar wat voorbeelden van. Het verdedigen van het geocentrisch model van Aristoteles is te begrijpen maar niet-bijbels. Jij verkijkt je doorlopend op de wreedheid die er in het Oude Testament is te vinden en denkt je een moreel oordeel aan te mogen meten betreffende de gang van zaken zoals die in die boeken beschreven is. Dat is overduidelijk het gevolg van het kijken door een 21 ste eeuwse bril waarvan jij mij beticht. Voor de rest ben je in bovenstaande alinea nogal bezig gelovigen op te zadelen met wat in plat-Nederlands ook wel 'draaikonterig gedrag' wordt genoemd. Jouw fout, als ik het zo mag stellen, is dat jij volledig afgaat op geluiden die afwijken van de boodschap die de bijbel geeft. Dit gebeurt onder het mom van bronnenonderzoek dat bepaalde conclusies mogelijk zou maken. Welnu, ik koop niets voor 'mogelijkheden' en wens daar geen welles/nietes spel aan op te hangen. Bewijs is altijd welkom. Waar is het bewijs dat het christendom van de bijbel ontkracht en devalueert tot een bundel joodse- en joods-sektarische verhalen? Waar is het bewijs dat Jezus en zijn discipelen niet hebben bestaan? Laten we het er op houden dat als zij niet hadden bestaan er ook geen christendom was geweest.
Ik wilde hier een aparte topic van maken Fujaro, maar dus nu toch maar even beknopt:Natuurlijk mag er een moreel oordeel worden gegeven of dergelijke praktijken in het heden nog van toepassing kunnen zijn. Dat is wat anders dan oordelen over destijds. Dat niet doen, is je kop in het zand steken. Je vertolkt slechts één ware stroming, er zijn er veel meer die allemaal hetzelfde claimen. Je wilt geen bronnenonderzoek, zoveel is duidelijk, je gelooft liever in een geconstrueerde waarheid.
De geweldsteksten uit de Bijbel waar jij Fujaro en sommige ander "skeptici" een oordeel denkt over te mogen uitspreken, moet je verstaan vanuit de historrische context, zowel de context van de oude oosterse oorlogsideologie, als vanuit de specifieke situatie van de Babylonische ballingsschap. De meeste bijbelpassages omtrent geweld zijn hoofdzakelijk geschreven in de tijd van de Babylonische ballingschap en in een korte periode daarna: de Perzische tijd.
In die periode beschikte het Hebreeuwse volk niet over een zelfstandige staat, geen leger, geen mogelijkheid om met wapens de vrijheid te heroveren. Laat staan dat men in staat was om op grote schaal mensen te doden. Daarover moet je bij de Assyriërs zijn. Alleen had Israël Profetie als wapen. Daarmee kon het volk Israël zich wapenen (het woord 'wapenen' als metafoor). De voorouders van de ballingen hadden ministaatjes die zo van de kaart kon worden geveegd..
Juda had wel een klein leger tot zijn beschikking, maar tegen machtige staten met gigantische legers, zoals de Babyloniërs, Assyriërs, en Egypte hadden ze totaal geen verweer.
Juda was voorbestemd om een nederig koninkrijk te zijn zonder zich te verheffen'(Ez.17:14)
De bijbelteksten over geweld en oorlog zijn geen teksten van daders (onderdrukkers), maar van slachtoffers.
Juda was totaal niet in staat een agressieve politiek te voeren en bovendien beschikte ze ook niet, in tegenstelling tot de wrede Assyriërs, over een mentaliteit om een imperium te vestigen.
De ooglogsteksten, opgeschreven door de bijbeschrijvers zijn teksten van verliezers, niet van overwinnaars.
Wanneer je bijv. Jozua eens goed zou lezen zou je erachter komen dat dit verhaal een liturgisch verhaal is i.p.v. een veroveringsverhaal. Het is namelijk geen realistische beschrijving (berichten) van een letterlijke verovering. De strekking van dit verhaal is juist geheel anders.
In het licht van het slachtofferperspectief, van verliezers, van de 'underdog' moet je al deze verhalen lezen.
Daarbij komt nog dat in de Bijbel oorlog gezien wordt als een bron van ellende, niet van heroïek. Bocvendien worden Israëls koningen steeds onder Profetische kritiek gestelt (Zie Jozua, 1 en II Koningen, Richteren...).
De oorlogsteksten uit het OT zijn voor ons uitsluitend relevant wanneer we rekening houden met twee wezenlijke punten:
1. de uitverkiezing van Israël
Doel: uitverkiezing enerzijds en verkiezende liefde anderzijds.
Daarbij de kerngedachte is Gods liefde voor zijn volk, zeer poëtisch
omschreven in de vorm van de liefde tussen man en vrouw.
2. de strijd tegen de afgoden.
Klaas Smelik (een oud testamenticus) schrijft in dit verband dat de Bijbel een literair universum is, dat wel verband houdt met historische gebeurtenissen en ontwikkelingen, maar desondanks een wereld op zich vormt.
Zo schrijft hij: "wanneer wij die wereld willen binnengaan, dienen wij ons te houden aan de regels van het huis." Indien wij dit weigeren, zal het ons niet lukken om te begrijpen waarom het de bijbelschrijvers te doen is. Wij zullen dan vragen stellen die naast de tekst staan in plaats van ons in de tekst binnen te geleiden. We stellen dan vragen waarop de tekst ook geen antwoord kan geven. Door deze verkeerde grondhouding zullen wij evenmin de vragen stellen waarop in de bijbeltekst wel antwoorden te vinden zijn. De Schrift kan ons alleen antwoord geven, als wij ons aan de de regels houden die de Bijbel aan ons impliciet stelt."(uit: "Een tijd van oorlog, een tijd van VREDE"; bezetting en bevrijding in de Bijbel") (Dit is een echte aanrader.)
Wanneer je deze uitvekiezing van Gods volk niet serieus neemt en daar aan gaat morrelen, dan treed je buiten de kring van de Bijbelse geschriften.
In dit licht en vanuit zijn boodschap moet je ook Jezus uitspraak lezen; "meent niet dat ik de vrede kom brengen, maar het zwaard.."