Bert heeft gelijk.
Je ziet die 10 minuten langzamer voorbij gaan als in werkelijkheid omdat hij, eenmaal bij jou aangekomen, 10 minuten achter is gaan lopen. Hij loopt dan weer gelijk met jou klok. Gedurende 10 minuten is hij 10 minuten gaan achterlopen. Je ziet hem dus bij de absolute lichtsnelheid stilstaan. In werkelijkheid loopt hij gewoon.
Gezichtsbedrog!
Als een klok nu van jou af beweegt zie je hem ook langzamer lopen. Waarom, dit is simpel. Het duurt steeds langer om zijn werkelijke tijd te zien. Beweegt hij met de "lichtsnelheid" 10 minuten van jou af, dan zie je hem gedurende 10 minuten stilstaan. In werkelijkheid is het op die klok gewoon 10 minuten later.
Gezichtsbedrog!
Dit klopt totaal niet. De relativistische effecten zijn ten eerste helemaal geen gezichtsbedrog, maar ze zijn gewoon effecten. Net zoals de zon, die we overdag allemaal kunnen zien, geen gezichtsbedrog is. Dat mag duidelijk zijn. Ten tweede denk ik dat je in de war bent met de formules. Om dit fenomeen te verklaren heb je de lorentztransformaties nodig.
Verder vind ik Berts post erg duidelijk, op één punt na. Het vervelende is dat een klok namelijk niet met de lichtsnelheid kán reizen. In de relativiteitstheorie bestaat daarvoor ook een logische verklaring, die erop neerkomt dat, wanneer een object de lichtsnelheid nadert, de frequentie van de door het voorwerp uitgezonden signalen (in ons geval dus het tikken van de wijzers van de pendule) óf oneindig groot (wanneer het object op je afkomt) óf nul (wanneer het object van je af beweegt) wordt. In ons geval zou de klok dus met een oneindig grote snelheid gaan lopen, en volgens mij is dat niet correct.
'Moeder, is het al nacht?' vraag ik. Maar er is niemand. Ik ben alleen.