Je kan dit soort sommetjes een stuk minder lastig maken door de lichtsnelheid c op 1 te stellen en iedere snelheid als fractie van de lichtsnelheid uit te drukken. C2 is dan 1 en valt weg, evenals de grote getallen.
de onderlinge snelheid w wordt dan:
u+v
------
1+uv
Voorbeeldjes:
a reist met 0,9c en b met 0,7c in tegenovergestelde richting.
w = 1,6 / 1,63 = 0,9816c (294.478 km/s)
a reist met 1c en b met 0,9c in tegenovergestelde richting.
w = 1,9 / 1,9 = 1c (300.000 km/s)
a beweegt niet en b gaat met 0,5 c
w = 0,5 / 1 + 0 = 0,5c
Je zien nu ook in een oogopslag dat als beiden met c tegenovergesteld reizen het resultaat 2/2=1c wordt.
Dat rekent inderdaad iets gemakkelijker. Als leek moet je bij dit soort dingen nu eenmaal formules accepteren, maar dat is niet zo erg, als het rustig wordt uitgelegd.
Een probleem met leken onderling is dat vaak niet voor iedereen duidelijk is wat er bedoeld wordt, in dit geval bijvoorbeeld wie de waarnemer is.