e=hf, dus indien h als elementair wordt verondersteld komt e overeen met f, de frequentie, uitgedrukt in per seconde.
dit is onzin, h heeft eenheden J*s
Moderator: physicalattraction
e=hf, dus indien h als elementair wordt verondersteld komt e overeen met f, de frequentie, uitgedrukt in per seconde.
Geen onzin, waarom zou h niet elementair kunnen worden verondersteld als wij de eenheden j en s zien als niet-elementair?
We zagen reeds dat in de Minkowski-metriek tijd als een imaginaire ruimte-as wordt behandeld: d^2 = x^2+y^2+z^2-t^^2. Relativiteitstheorie
Er is geen imaginaire tijdsas, er is een imaginaire ruimteas die we ervaren als tijd.Ik zie niet in waar er een imaginaire tijdsas is.
Ik dacht zelfs dat bij de natuurlijke getallen de aftrekking ook gedefinieerd was.
Waarom? Die redenering begrijp ik niet.Germen schreef:Wiskundig wordt ruimte beschreven als een verzameling vrijheidsgraden (dimensies) die zich in een discreet (matrix) of continu (Rn) aantal toestanden kan bevinden.
Het ligt dus voor de hand te veronderstellen dat ruimtetijd uiteindelijk discreet is
Rogier, ik ging inderdaad te snel hier, sorry.Waarom? Die redenering begrijp ik niet.
1) je mag de metriek niet verwarren met de coördinatenassen. Een metriek geeft in essentie alleen aan hoe we afstanden moeten meten in een 'ruimte'.Er is geen imaginaire tijdsas, er is een imaginaire ruimteas die we ervaren als tijd.
Minkowski-metriek: afstand^2 = x^2 + y^2 + z^2 - t^2
In een vierdimensionele Euclidische metriek zou dit worden: afstand^2 = x^2+y^2+z^2+h^2, waarbij h de vierde dimensie.
Het kwadraat van een imaginair getal is een negatief getal. Inderdaad wordt hier het kwadraat van de tijd afgetrokken van de rest en niet zoals in de vierdimensionale Euclidische metriek, opgeteld bij de rest.
Dus volgt hieruit dat de tijd als imaginair getal wordt behandeld. Dit verklaart ook bijvoorbeeld het gedrag van ruimtetijd bij subluminale maar relativistische snelheden.
Akkoord. Maar de metriek maakt gebruik van de coördinatenassen, anders zijn coördinaten niet vast te stellen en zijn er dus ook geen afstanden te berekenen.1) je mag de metriek niet verwarren met de coördinatenassen. Een metriek geeft in essentie alleen aan hoe we afstanden moeten meten in een 'ruimte'.
OK, gangbare interpretatie. We nemen waar, dat er een maximaal mogelijke snelheid bestaat. We kunnen de tijd echter ook met -i vermenigvuldigen om hierdoor een afgeleide ruimtecomponent te verkrijgen. En dat mag: een reëel getal wordt imaginair door het met i te vermenigvuldigen, een imaginair getal reëel door het met -i te vermenigvuldigen. Om dit manier wordt de metriek van de Minkovskiruimte omgezet in de metriek van een ordinaire 4-dimensionale Euclidische ruimte. Ik laat hier de uitzetting van het heelal even buiten beschouwing om het niet nog moeilijker te maken.2) Het - teken van de tijdcoördinaat duit er op dat er in die ruimte een maximale snelheid is.
Inderdaad, wanneer wij niet de transformatie uitvoeren. Maar dat doe ik hier wel. Tijd is niet absoluut. Tijd is iets wat wij meten aan de hand van fysische processen. Dus we hoeven niet in paniek te raken als tijd niet elementair blijkt te zijn en een begrip dat ik "imaginaire tijd" zal noemen, wel.3) De minkowski ruimte is gebaseerd op de reële getallen.
Is het niet: s^2 = x^2 + y^2 + z^2 - (ct)^2 ??Minkowski-metriek: afstand^2 = x^2 + y^2 + z^2 - t^2
Is het niet: s^2 = x^2 + y^2 + z^2 - (ct)^2 ??