Ook de rechter driehoek tekenen, dan heb je een gelijkbenige driehoek,
met zijden gelijk aan de straal van de kleine cirkel, de loodlijn snijdt de lijn van 7 precies
door midden in twee stukken van 3,5
Het makkelijkst lijkt mij om het probleem symmetrisch te maken. Zodat de diameters parallel komen. De kleine cirkel iets naar links transleren, zodat zijn x-coordinaat 0 worft. 7 blijft 7, maar 3 en 2 worden ieder 2.5.
Er verandert niets fundamenteel, maar x is dan makkelijker te vinden. En x is een functie van de drie stukken op de grote diameter. Het middelste stuk varieert van 12 ( ×=12), naar 7, naar o, en x verandert mee. Lijkt een cosinus functie.
Dat schrijf je nu al een aantal maal, maar werk dan eens uit, en kom met een uitkomst,
waaruit blijkt dat het nog eenvoudiger kan...wil graag nog wat bij leren.
mijn oplossing zijn slechts drie kleine Pythagoras rechthoek vergelijkingen,
waar een exacte waarde uitkomt.
Er komt geen cosinus regel aan te pas
Laatst gewijzigd door WillemB op ma 08 nov 2021, 17:44, 1 keer totaal gewijzigd.
@MartijnBril,
Ik begrijp jouw niet. Misschien kun je berekeningen/tekening laten zien? Dan is er iets om over te praten. Woorden zijn geen getallen! Woorden alleen geeft vaak verwarring.
Laatst gewijzigd door OOOVincentOOO op ma 08 nov 2021, 17:47, 2 keer totaal gewijzigd.