HansH schreef: ↑zo 28 mei 2023, 19:47
Als ik zo tussen de regels door lees dan zie ik wel een rode draad. Dat is dat mensen die de kerk financierden daarmee hoopten god goed te stemmen zodat ze er dachten beter vanaf te komen na hun dood ondanks alles wat ze in hun leven verkeerd deden. Dus puur egoisme en eigen belang. Gek dat ze dan blijkbaar niet beseften dat een almachtige god wel zo slim is dat die daar natuurlijk gelijk doorheen kijkt.
Je kan dat natuurlijk niet generaliseren voor iedereen en elke gift. Maar in een groot aantal gevallen en misschien voor de grootste giften zal dat zo geweest zijn.
Het idee van de "aflaat" was daarop gebaseerd. Aflaat betekent eigenlijk vergeving of afkoop. Een aflaat was in principe een goed doel waar je aan kon geven en naar rato vergeving ontving. Kloosters leefden ervan. Zoals hierboven al door iemand genoemd bezat "de kerk" daardoor in de middeleeuwen grote rijkdommen. Ik zet "de kerk" hier even tussen aanhalingstekens omdat het niet allemaal in de handen was van de paus van Rome. Bisdommen en kloosters waren in hoge mate autonoom. Het bisdom Utrecht bijvoorbeeld bezat grote delen van wat nu Nederland is. Zo'n beetje de gehele provincies Utrecht en Overijssel. Kloosters bezaten vaak grote stukken grond (ik heb wel eens gehoord dat een klooster in Engeland geheel Essex bezat). Daar stond tegenover dat er soms 1000-den monniken en nonnen in zo'n klooster leefden.
Maarten Luther heeft daar tijdens de reformatie bijna per ongeluk een eind aan gemaakt voor de protestantse kerken.
In eerste instantie had hij geen kritiek op het systeem van aflaten. Hij schreef in zijn 95 stellingen alleen dat ze niet zomaar op de markt verkocht moesten worden omdat dan niemand zou kunnen controleren of er wel voldoende berouw was om de vergeving daadwerkelijk te verdienen.
Een aflaatsysteem dat het (in principe) goede doel van de nieuwbouw van het Vaticaan moest financieren was door een particuliere bank georganiseerd en liep buiten de plaatselijke kerkorganisatie om.
De bankier en de keizer deelden in de opbrengsten. Daarom werd Luther in eerste instantie niet zozeer vanuit de kerk maar vanuit de wereldse overheid bestreden.
Pas later kwam hij tot de conclusie dat je door het doen van goede werken, en dus ook het financieren van goede doelen en kerkelijke instituties geen plaats in de hemel kon kopen.
Volgens hem kon alleen de geloof in Christus en oprecht berouw tot vergeving leiden.
"Sola fide, Sola gratia" betekent Geloof alleen, genade alleen.
Ondanks dat er volgens de protestantse theologie geen directe beloning voor goede werken is was het ook na de reformatie in veel gevallen mogelijk nieuwe kerken te financieren en bestaande kerken de onderhouden.
Doordat protestantse kerken soberder zijn kosten ze allicht minder om te bouwen. Je verdient geen plaatsje in de hemel met een donatie, maar het is wel goed om te geven. Mensen hadden misschien ook een gemeenschapsgevoel. Ze bouwden en onderhielden hun eigen kerk voor zichzelf en hun eigen gemeenschap.
In veel kerken werden vroeger de kerkbanken "verhuurd" aan families. Patriciërs en notabelen konden een luxe bank voorin de kerk bezetten, gewone gevestigde burgers hadden een bank voor hun gezin in het schip (grote middendeel) van de kerk en de armen die het niet konden betalen zaten achterin in (oncomfortabele) armenbanken of moesten staan.
Ook werden voorzieningen zoals verwarmde voetenbankjes verhuurd.
Dergelijke systemen werkten ook in katholieke kerken.
Een andere manier om de lopende rekening positief te houden was het vragen van betaling voor speciale diensten.
Voor een speciale trouwdienst bijvoorbeeld moest een bedrag aan de pastoor of dominee worden betaald en een bedrag aan de kosterij. Dat betekent in principe huur voor het kerkgebouw. De koster (bij protestanten de kerkvoogdij) kon met die inkomsten het onderhoud van de kerk betalen.
Ook protestantse kerken hadden en hebben vaak nog vrij uitgebreide bezittingen waarmee ze een deel van hun kosten dekken. Ik weet dat van een aantal kerken bij mij in de buurt. Ik ben in Schotland wel eens bij een dominee op bezoek geweest die (formeel) een aanzienlijk stuk land (400 ha? dat is 4 km²) in beheer had gekregen om van te leven. Dat land werd verpacht en de inkomsten waren voor de dominee en de pastorie. Kerkleden hoefden daar dus in principe niets aan bij te dragen.