De uiteindelijke meetopstelling is een kruising geworden tussen die van de opstellingen van16 en 18 december. Ik heb afgezien van de hefboom, de opstelling op pootjes gezet en de massa van de puntlast direct via een draadje dyneema in het midden van de te testen as gehangen. De interferometer is hetzelfde gebleven:
Het in het eerste bericht beschreven roteerhulpje voor de verplaatsbare spiegel doet hier, met een extra asje dat via sterke potmagneten onder de opstelling is bevestigd, dienst als lift waarmee de massa's (250 gram en ruim 2 kg) traag opgetrokken kunnen worden:
De resultaten waren goed reproduceerbaar. Voor elk van de vijf asdiameters (zie tabelletje) is het gemiddelde van 10 metingen genomen, en de grootste variatie van 2,8% kwam voor tussen de metingen aan de as van 10 mm.
De afwijking in doorbuiging t.o.v. de theorie was groter, en varieerde van +6,15% tot -4,01%. Alle 50 metingen gemiddeld geven als resultaat dat dit assenstaal een elasticiteitsmodulus van 209,8 GPa heeft, nagenoeg de standaard waarde voor staal.
Wel valt op dat de gemeten afwijking min of meer evenredig met de diameter afloopt. De dunste as buigt duidelijk minder door (223 GPa) dan wat de theorie voorschrijft en de dikste duidelijk meer (202 GPa). De tussenliggende waarden stemmen aardig overeen. Wie hier een logische verklaring voor heeft is van harte welkom.
Niet in de tabel, maar wel gemeten; een as van niet hardbaar automatenstaal. Ik had verwacht dat deze een wat lagere elasticiteitsmodulus zou hebben dan gehard staal, maar dat bleek niet het geval. De waarde was nagenoeg gelijk.
Het is af te raden met een opstelling als deze de doorbuiging van assen te meten, het is echt monnikenwerk. Vooral de 8 mm as met 176 micron doorbuiging was een ramp. Het kostte mij uren en uren en iedere keer weer die pakweg 655 fringes tellen. En omdat niet alleen de testas doorbuigt maar ook het dunne takelasje, en ook de dyneema draad flink wat rek heeft, is het al die tijd bijzonder goed opletten want het fringeverloop is grillig op deze schaal. Met een meetklokje met 1 µ resolutie gaat het stukken sneller, en de nauwkeurigheid van althans deze opstelling blijkt niet zodanig dat interferometrie hier de moeite loont.