Uh, huh? In welke staat? En 'erop wijzen dat er andere hypothesen zijn' is niet hetzelfde als de evolutieleer 'verbannen', toch?
Nog net niet maar het komt er akelig dicht bij in de buurt.
Kindjes die wat goedgeloviger zijn zouden wel eens in de war kunnen geraken over hoe het echt zit, ze zouden hierdoor de evolutieleer minder goed kunnen gaan begrijpen omdat de leraar van het blaadje heeft voorgelezen dat het slechts een hypothese zou zijn.
Het is sowieso vrij uniek dat politici en juristen zich in een democratisch land bemoeien met wat wel en niet wetenschappelijk waar is.
Maar goed, effe weer on-topic...
Dit is hartstikke ontopic.
De titel zegt 'Evolutietheorie = onmogelijk ?'
Ik geef antwoord: de evolutieleer is al lange tijd uitvoerig bewezen.
Volgens de evolutionisten is het leven in oceanen ontstaan en zijn de eiwitten dus ook in het water gevormd.
Hoe de evolutie werkt is perfect duidelijk, enkel het ontstaan van het eerste leven, hoe primitief ook is, is nog niet helemaal opgehelderd.
Als je op een wetenschappelijke wijze hierover wil discussiëren dan stel ik voor dat je deze pagina van Wikipedia leest:
http://en.wikipedia.org/wiki/Abiogenesis#Primordial_soup
Simpelweg stellen dat het leven in oceanen is ontstaan zoals de oceanen vandaag zijn klopt niet. Om te beginnen waren de omstandigheden in die tijd anders: [O2], [CO2], N[2], pH.
Wanneer je serieus wil uitzoeken hoe die eerste eiwitten precies zijn ontstaan dan moet je ook met al deze factoren rekening houden. Dat ze kunnen ontstaan lijkt mij bewezen met het experiment wat hieronder beschreven staat.
[edit] Primordial soup
Main article: primeval soup
In 1936 Aleksandr Ivanovich Oparin, in his "The Origin of Life on Earth", demonstrated that organic molecules could be created in an oxygen-less atmosphere, through the action of sunlight. These molecules, he suggested, combine in ever-more complex fashion until they are dissolved into a coacervate droplet. These droplets could then fuse with other droplets and break apart into two replicas of the original. This could be viewed as a primitive form of reproduction and metabolism. Favorable attributes such as increased durability in the structure would survive more often than nonfavorable attributes.
Around the same time J. B. S. Haldane suggested that the earth's pre-biotic oceans - very different from their modern counterparts - would have formed a "hot dilute soup" in which organic compounds, the building blocks of life, could have formed. This idea was called biopoiesis or biopoesis, the process of living matter evolving from self-replicating but nonliving molecules.
In 1953, taking their cue from Oparin and Haldane, the chemist Stanley L. Miller working under Harold C. Urey carried out an experiment on the "primeval soup". Within two weeks a racemic mixture, containing 13 of the 22 amino acids used to synthesize proteins in cells, had formed from the highly reduced mixture of methane, ammonia, water vapor and hydrogen. While Miller and Urey did not actually create life, they demonstrated that more complex molecules could emerge spontaneously from simpler chemicals. The environment simulated atmospheric conditions as the researchers understood them to have been on the primeval earth, including an external energy source in the form of a spark, representing lightning, and an atmosphere largely devoid of oxygen. Since that time there have been other experiments that continue to look into possible ways for life to have formed from non-living chemicals, e.g. the experiments conducted by Joan Oró in 1961.