Laat ik iets van twee weken geleden nemen: ik heb mijn enkel gebroken toen ik bij een feest was, en ben vervolgens naar het ziekenhuis gegaan. De dag erna werd ik aan m'n enkel geopereerd.
Stel je nu de volgende situatie voor: Op de bewuste dag zelf lig je 's ochtends niets vermoedend in je bed een beetje te filosoferen. Je vraagt je af wat er die dag gaat gebeuren. Probeer je nu eens af te vragen waarvan je op dat moment zeker was dat je het die dag zou ervaren. Als het goed is, staat in die beschrijving van jou, niets dat naar jouw net gegeven voorbeeld verwijst. Ik zal je alvast een beetje op weg helpen. Wat je zeker die dag gaat ervaren is dat je benen hebt. Je zou dus kunnen zeggen dat " ik heb benen" een a priori uitspraak is. De uitspraak is onlosmakelijk aan jouw wezen verbonden.