(dagblad de limburger)
en ook dit bericht stond in de krantTwee-op-een-cel is helemaal niet leuk
Om te bezien of alles in de nieuwe afdeling voor langgestraften in de vrouwengevangenis Ter Peel in Evertsoord naar behoren functioneert, lieten vijftig vrijwilligers zich opsluiten. Verslag van twee dagen en een nacht met twee-op-een-cel.
Er is meteen stront aan de knikker. In een van de vijftig cellen waar evenzoveel vrouwen zich twee dagen geheel vrijwillig laten opsluiten, staat een stapelbed. Twee-op-een-cel. Dorien, door de gevangenis uitverkoren om deze proef te ondergaan, is niet blij.
Zichtbaar geëmotioneerd doet ze haar beklag bij Suus, de dienstdoende Penitentiair Inrichtings Werker (PIW). Háár is niets gevraagd, jammert Dorien. Waarom zij en niet de anderen? Even stelt Suus zich principieel op. Gevangenen hebben nou eenmaal niets te willen. Maar dan wordt er toch gezocht naar een vrijwilliger.
Dat blijkt nog niet eenvoudig. Het vooruitzicht met een vreemde de nacht door te moeten brengen, lokt niet.
Maar Annemarie (43) zegt meteen ja. Ze is rechter bij de rechtbank in Roermond en heeft al zoveel mensen naar de gevangenis gestuurd, dat ze nu wel eens zelf wil ervaren hoe het is. Bovendien is ze voorzitter van de Commissie van Toezicht én van de klachtencommissie van Ter Peel. Een rechter als celmaat, er is slechter opgedrongen gezelschap denkbaar.
Het gesteggel over de celindeling-voor-een-nacht geeft te denken. Als er onder al deze vrouwen al grote weerstand is om te worden opgesloten met een vreemde, in de wetenschap dat het slechts voor 36 uur is, hoe zal een veroordeelde daar dan tegenop zien als er maanden of jaren voor de boeg liggen?
De cel is klein. Vele malen kleiner dan gedacht. Twaalf vierkante meter, de van rijkswege bepaalde norm voor deze ruimten. Het principe twee-op-een-cel doet daar niets bij. De maten voor een cel staan in de wet, zo is de uitleg, maar nergens staat geschreven voor hoeveel mensen dat is. Twee meter breed, zes meter diep. Meer dan de helft van de breedte wordt ingenomen door het stapelbed. Met de lange smalle tafel aan de andere zijde blijft er een loopruimte in het midden over die precies genoeg is voor één persoon. Mits die niet erg dik is. Elkaar passeren kan niet.
Een afgescheiden wc- en doucheruimte. Een koffiezetapparaat, een waterkoker. En een tv. Nu even gratis, in het gewone gevangenisleven 2,30 euro huur per week. Bijeen te verdienen met de (in de gevangenis verplichte) arbeid waarmee 64 cent per uur verdiend wordt.
De discussie over de wenselijkheid van twee-op-een-cel -bedoeld om het cellentekort weg te werken- is heftig geweest. Met name gevangenispersoneel verzet zich ertegen.
ik ben mede door dit bericht overtuigd dat de gevangenis geen pretje is. Natuurlijk zit je daar voor een reden, maar het is en blijft geen pretje http://www.dagbladdelimburger.nl/IndexHunkeren naar privacy na twee dagen duocel
Penitentiair Inrichtings Werker Frans heeft al vijftien jaar ervaring. Ook in gevangenissen waar meerderen in een cel zaten. Áls er al onderling conflicten worden uitgevochten, gebeurt dat meestal 'snachts, zegt hij. De gedetineerden weten dat er dan minder personeel is en dat het veel langer duurt voordat er een celdeur open wordt gemaakt.
Dat laatste is ook bij Ter Peel zo. Het is personeel absoluut verboden 'snachts een celdeur open te maken. Op vijftig cellen zijn er in de nachtelijke uren slechts twee medewerkers. Als er wat is, moet iemand van buiten worden opgepiept. Pas als die is gearriveerd, mag de deur open. Maar echt veel zorgen maakt Frans zich echter niet. Bij vrouwen verloopt alles sowieso wat relaxter, is zijn ervaring.
P.I. Ter Peel had al een half-open inrichting, waar vrouwen worden voorbereid op hun terugkeer naar de maatschappij. Niet zo lang geleden is er een huis van bewaring bij gekomen. En nu dus een gevangenis voor langgestraften. Met een soepel regime, dat wel. Een regime van 'algehele gemeenschap'. Overdag staat de celdeur open. Er wordt de gedetineerden zo veel mogelijk ontspannende bezigheden geboden in groepsverband. In de cel blijven is niet de bedoeling en enkel bij ziekmelding toegestaan.
De keuze is beperkt, maar er zijn ergere verplichtingen. Er kan worden gesport, er is een creatieve sessie (aan de slag met sierstenen) en er is zelfs een 'metamorfose', waaronder in dit geval wordt verstaan een nieuw kapsel en een manicurebeurt. Wie dat allemaal niet wil, gaat werken. Kleine gele uitvulplaatjes voor de bouw netjes in doosjes ordenen. Eentonig en weinig afwisselend, maar niet vervelend. Het gevoel -vanaf de aankomst deze ochtend - beland te zijn in een cursusprogramma met collega's, is nog steeds niet weg.
De avond valt. Klokslag halfnegen gaat de celdeur dan toch eindelijk op slot. De twee nep-gedetineerden, voor een nacht aan elkaar gekoppeld, kunnen het wel met elkaar vinden, blijkt al snel. Gespreksstof genoeg. Er is geen ruzie over de afstandsbediening. Het is krap in de cel, zo met z'n tweeën, maar waarom en waarheen zou je willen lopen? Maar naarmate de nacht vordert, daalt de tevredenheid. Het is veel te warm in de cel -ook het gevolg van de aanwezigheid met twee?- en ventilatiemogelijkheden zijn er nauwelijks. De slaap wil maar niet komen en ook de rechter ligt te woelen. Tot driemaal toe gaat haar leeslampje aan om dan maar al lezend de nacht door te komen. Meer dan driehonderd pagina's haalt ze uiteindelijk. Het licht van haar lamp stoort nauwelijks. Boven de luchtplaats waarop cel 170 uitkijkt, branden zo veel lampen, dat de hele nacht wordt verlicht. De gedachten gaan malen. Wat als er in een instelling als deze brand uitbreekt? Hoe lang duurt het voordat alle celdeuren open zijn?
Het wordt een doorwaakte nacht. Een spel van wachten op de vaste geluiden die met regelmaat voorbijkomen. De voetstappen van de PIW'er die zijn ronde doet. De sleutel in het slot van de gangdeur. De voetstappen op de trap naar boven. De dreun lijkt op het geluid dat iemand produceert die met klompen op een stalen trap rent. Tussen die geluiden door de omslaande bladzijden van de lezende rechter. Of het onrustig omdraaien in haar bed, in de perioden dat het leeslampje uit is.
De ochtend brengt vooral ergernis van praktische aard. Niet eens wie het eerst in de douche mag. Het douchen zelf brengt zoveel vocht in de cel dat alles van papier vochtig wordt. Het zijlicht van het raam staat open, maar de gaten in het rooster daarachter zijn zo klein dat het luchten weinig soelaas biedt. Dit is niet echt leuk. Wanneer gaat in vredesnaam die deur open?
Klokslag negen uur worden we verlost. Meerdere medegedetineerden blijken een onrustige nacht te hebben gehad. Bij de groepsevaluatie na nog een dag werken, taart bakken voor het bezoek en bezoek ontvangen, blijken sommigen de cel als luxueus te hebben ervaren. Vooral de tv. En de vloerverwarming. Die hebben ze thuis niet, is het argument.
Luxueus? Is een tv tot je beschikking hebben anno 2004 luxueus? En kan die 'luxe' dan iets goedmaken van het complete verlies van recht op zelfbeschikking? Van het recht om je eigen tijd in te delen? Te communiceren met wie en wanneer je zelf wil? De mogelijkheid om je af te kunnen zonderen?
Er is na twee dagen in een duocel maar één synoniem voor luxueus: privacy.