Moderators: jkien, Michel Uphoff
khoop dat het hierdoor een beetje duidelijk wordt anders moet je nog maar effe verder lezen op de site die ik hierboven al gegeven heb.De verklaringen voor de maanillusie lopen uiteen. Sommigen zeggen dat het aan een verschil in kleur en helderheid ligt of aan een verschil in focus van de ogen. In experimenten met een kunstmatige maan zijn die veronderstellingen definitief onjuist gebleken.
Een andere verklaring is dat we de maan aan de horizon samen met bomen en gebouwenwaarnemen waardoor we ze onwillekeurig vergelijken. Voor bomen en gebouwen passen we automatisch een correctie toe: een flatgebouw in de verte lijkt klein maar is in werkelijkheid tien verdiepingen hoog.
Wanneer we dezelfde correctie op de maan toepassen die in de verte tussen de flatgebouwen hangt, wordt dat een gigantisch grote maan. Bekijken we echter dezelfde maan hoog boven ons hoofd, dan ontbreken dergelijke ankerpunten.
Maar de maanillusie treedt ook op boven zee of boven een zandwoestijn, waar geen objecten het gezichtsveld markeren. We zien alleen de golfslag of de rimpels in het zand.
De afstand tot de horizon
De beste verklaring is dat we de afstand tot de horizon afleiden van het 'gevulde terrein' dat tussen ons en de horizon ligt. Dat terrein kan ook een zand- of watervlakte zijn. Voor ons is de horizon mijlenver weg. De maan boven de horizon zien we dus ook als mijlenver weg.
De afstand tot de hemelkoepel boven ons kunnen we echter moeilijk inschatten, er ontbreekt een tussenliggend 'terrein' om ons enig idee van afstand te geven. Door die lege ruimte schatten we de afstand tot de maan boven ons kleiner in.
De hersenen reageren nu op het feit dat de twee manen een even groot beeld op het netvlies hebben en concluderen dat de maan boven de horizon - gezien die afstand - enorm groot moet zijn. We 'zien' de maan boven ons hoofd dan als kleiner dan de maan aan de horizon.