Je moet duidelijk maken wat je met snelheid bedoelt. Klassiek (voor een 1D baan) beschrijven we de baan van een deeltje aan de hand van de coördinaten x(t), waarbij we met x de lengte tussen een vast punt en het deeltje bedoelen. De snelheid vinden we dan door x(t) naar de tijd af te leiden.
In algemene relativiteit kan men dit niet doen, omdat de coördinaten x niet per se iets te maken hebben met lengte, en omdat de coördinaat t slechts een meting van de tijd langs de specifieke baan die jouw klok doorloopt. De vermelde afgeleide heeft enkel de gekende fysische betekenis indien gedefinieerd ten opzichte van een locaal Minkowski stelsel (de fysische betekenis gekend uit speciale relativiteit).
In concreto, voor jouw vraag: voor aan waarnemer die zich op oneindig bevindt zal het deeltje nooit voorbij de waarnemingshorizon geraken. Als je de r-coördinaat afleidt naar zijn tijd, dan zal deze grootheid naar 0 gaan. Wat betreft afleiden van lengte naar tijd ben ik niet zeker, ik vermoed dat dit naar c zal gaan maar ik zou het moeten nareken. Sowieso kan deze waarnemer nooit spreken over de snelheid van het deeltje "als het voorbij de horizon gaat", want volgens hem gaat het deeltje nooit voorbij de horizon. Als je, zoals hierboven gesugereerd, locale Minkowskistelsels bekijkt dan kan je daar wel van spreken, maar het zal je niet verwonderen dat er dan geen snelheid groter dan c wordt waargenomen.