(Herkomst: toelatingsexamen 1997)
38) X, Y en Z zijn blokken, gelijk van vorm, maar vervaardigd uit verschillend materiaal, zodat hun wrijvingsfactor μ (wrijvingscoëfficiënt μ) verschillend is. Hieronder staan een paar experimenten die met de blokken werden uitgevoerd.
Experiment 1: De blokken X en Z werden op een houten plank geplaatst. Wanneer men de plank deed hellen over een
zekere hoek, schoof blok X naar beneden terwijl blok Z bleef liggen.
Experiment 2: Werd blok X op Y geplaatst, dan was de kracht nodig om ze eenparig over dezelfde plank te duwen
12N, maar als blokY op X werd geplaatst was de kracht daartoe nodig 14 N.
Welke van de volgende opgegeven volgordes geeft de correcte opeenvolging van de respectievelijke
wrijvingsfactoren weer?
- µx < µy < µz
- µy < µx < µz
- µy < µz < µx
- µz < µy < µx
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.