Is deze zin goed?

[DimarMin]

Zeer bedankt!

[DimarMin]

Welke zin is goed?
Op de zolder is ook een slaapkamer.
Op de zolder is er ook een slaapkamer.

[Rhiannon]

Welke zin is goed?
Op de zolder is ook een slaapkamer.
Op de zolder is er ook een slaapkamer.

Hoewel beide zinnen grammaticaal volkomen juist zijn, klinken ze voor een moedertaalspreker toch wat onnatuurlijk. In spreektaal zou men eerder zeggen:
"Op zolder is er ook nog een slaapkamer" of "Er is ook een slaapkamer op zolder".

[DimarMin]

Waarom niet "op de zolder"?

[Xilvo]

Waarom niet "op de zolder"?

Het is niet fout maar niet gebruikelijk het zo te zeggen.
De oude fiets staat op zolder, de fiets die ik gebruik staat in de kelder.

Waarom "zolder" zonder "de" kan en "kelder" niet zonder "de" kan weet ik niet.
"Op de zolder " is ongebruikelijk maar niet fout; "in kelder" is zeker fout.

Misschien heeft Rhiannon een verklaring.

[Rhiannon]

De correcte zin is 'ik leer Nederlands' of ook 'ik leer de Nederlandse taal'.

In een aantal gevallen wordt in het Nederlands het lidwoord weggelaten. Dit wordt door een moedertaalspreker vrijwel altijd foutloos gedaan. Voor anderen is het moeilijk. Er bestaan namelijk een heleboel regels voor.

Deze site geeft meer informatie over waarom in bepaalde gevallen geen lidwoord wordt gebruikt en vermeldt wel 27 gevallen wanneer het lidwoord kan of moet worden weggelaten.

Ik heb in bovenstaand antwoord al aangegeven dat in het Nederlands soms het lidwoord wordt weggelaten, met de link naar de site waar 27 van die gevallen benoemd worden. Hieronder zet ik een klein lijstje waarbij het lidwoord niet wordt gebruikt, maar zoals gezegd in de link heb je er meer en uitleg erover:

- als je een onbepaald zelfstandig naamwoord in het meervoud gebruikt: Daar zijn wolven.
- bij niet-telbare zelfstandig naamwoorden: Gebruik je suiker in je thee?
- als je een vaste combinatie gebruikt: naam en adres; lei en griffel.
- na als en zonder wordt het lidwoord vaak weggelaten: Ik liep zonder sleutels de deur uit.
- voor namen, beroepen, nationaliteiten of een hoedanigheid wordt vrijwel altijd het lidwoord weggelaten: Hij is Marokkaan; Ik heet Marie; Ik ben lid van de schaatsclub; Hij is leraar.
- voor namen van werelddelen, landen, steden, enz.: Ik woon in Brabant; Ik kom uit Amerika.
- voor de meeste plaatsaanduidende verbindingen met een voorzetsel: naar huis, aan tafel, in bed, op zolder enz.

Hier zie je in een filmpje meer over gebruik van het lidwoord in de Nederlandse taal:

[Knightattack]

Maar kelder is toch ook een plaatsaanduiding?
Bv:
Ik ga naar (de) kelder.
Het is in (de) kelder.

Mag je hier ook het lidwoord weglaten?
Nederlands is zeker niet makkelijk.

[Rhiannon]

Nee, in dat geval mag je het lidwoord niet weglaten.

Een van de 27 gevallen waar ik in de link naar verwees is dat je in vaste verbindingen het lidwoord na een voorzetsel wel mag weglaten als het gaat om een abstractie: Ik loop naar school (dan zie je de school als een instelling en niet als het gebouw); Dit pad leidt naar de school (dan is de school het gebouw en niet het instituut waar les wordt gegeven); Hij staat onder verdenking / De verdenking valt op hem.

In het geval van 'de fiets staat in de kelder' wordt kelder als een apart deel van het huis gezien. In het geval van 'de fiets staat op zolder' maakt zolder onderdeel uit van het huis en wordt niet als een aparte entiteit gezien.

Maar je hebt gelijk: Nederlands is moeilijk, vooral als het gaat om uitzonderingen die een moedertaalspreker automatisch juist gebruikt.

[MartoO]

-Jan geeft Piet een appel

Wat is hier het onderwerp in de zin?

Volgens mij is het hier dubbelzinnig, want zowel Piet als Jan kunnen het onderwerp zijn.

Je kunt namelijk ook schrijven:
1 Aan Jan geeft Piet een appel
2 Jan geeft aan Piet een appel

Het woord 'aan' is hier m.i. niet noodzakelijk. In de gesproken taal kun je een accent leggen, maar schriftelijk is dit niet zo duidelijk. Je zou het uit een voorgaande zin kunnen halen, zoals:
Piet twijfelt of hij een appel aan Jan of aan Willem zal geven, maar hij neemt een beslissing. Jan geeft Piet een appel.

Is dit gewoon spelen met de taal of is hier ook een 'regel' aan verbonden?

[DimarMin]

Welke zin is goed:
NS ziet stijging voor treinreizen in weekend.
NS ziet stijging voor treinreizen in het weekend.
In weekend heb ik geen les.
In het weekend heb ik geen les.
Wat zijn de regels?

[Knightattack]

Voor mij klinkt beide als een header van een krant.
Ik weet niet of je goed bent in Engels.
Maar als je deze zinnen in het Engels zou vertalen, waar zou je een lidwoord voor plaatsen?
Ik mis wat lidwoorden.

[Rhiannon]

-Jan geeft Piet een appel

Wat is hier het onderwerp in de zin?

...

Er zijn wel degelijks regels voor de woordvolgorde in een zin en veel mensen die niet van huis uit Nederlands spreken worstelen daarmee. Nederlands kent namelijk maar liefst drie zinsstructuren!

De eerste is de meestgebruikte waarin de volgorde is: Onderwerp – persoonsvorm – rest van de zin. Bijvoorbeeld: Ik loop met de hond. / Ik wil met de hond lopen. / Ik heb met de hond gelopen.

Dan heb je inversie, wanneer onderwerp en persoonsvorm van plek wisselen. Dit gebeurt in vragende zinnen of als er een woordgroep vooraan in de zin wordt geplaatst. Dan is de volgorde: Persoonsvorm – onderwerp – rest van de zin. Bijvoorbeeld: Loop ik met de hond? / Morgen loop ik met de hond. / Morgen wil ik met de hond lopen.

Als er sprake is van een samengestelde zin, een zin met een bijzin, wordt de volgorde: onderwerp – rest van de zin – alle werkwoorden. Bijvoorbeeld: Ik neem de riem mee, omdat ik met de hond wil gaan lopen.

In geval van de zin van vragensteller is geen sprake van inversie of van een bijzin, dus is de volgorde onderwerp - persoonsvorm - rest van de zin. Jan is dus het onderwerp.

[Rhiannon]

Welke zin is goed:
NS ziet stijging voor treinreizen in weekend.
NS ziet stijging voor treinreizen in het weekend.
In weekend heb ik geen les.
In het weekend heb ik geen les.
Wat zijn de regels?

De correcte zin is 'ik leer Nederlands' of ook 'ik leer de Nederlandse taal'.

In een aantal gevallen wordt in het Nederlands het lidwoord weggelaten. Dit wordt door een moedertaalspreker vrijwel altijd foutloos gedaan. Voor anderen is het moeilijk. Er bestaan namelijk een heleboel regels voor.

Deze site geeft meer informatie over waarom in bepaalde gevallen geen lidwoord wordt gebruikt en vermeldt wel 27 gevallen wanneer het lidwoord kan of moet worden weggelaten.

Ik heb in bovenstaand antwoord al aangegeven dat in het Nederlands soms het lidwoord wordt weggelaten, met de link naar de site waar 27 van die gevallen benoemd worden. Hieronder zet ik een klein lijstje waarbij het lidwoord niet wordt gebruikt, maar zoals gezegd in de link heb je er meer en uitleg erover:

- als je een onbepaald zelfstandig naamwoord in het meervoud gebruikt: Daar zijn wolven.
- bij niet-telbare zelfstandig naamwoorden: Gebruik je suiker in je thee?
- als je een vaste combinatie gebruikt: naam en adres; lei en griffel.
- na als en zonder wordt het lidwoord vaak weggelaten: Ik liep zonder sleutels de deur uit.
- voor namen, beroepen, nationaliteiten of een hoedanigheid wordt vrijwel altijd het lidwoord weggelaten: Hij is Marokkaan; Ik heet Marie; Ik ben lid van de schaatsclub; Hij is leraar.
- voor namen van werelddelen, landen, steden, enz.: Ik woon in Brabant; Ik kom uit Amerika.
- voor de meeste plaatsaanduidende verbindingen met een voorzetsel: naar huis, aan tafel, in bed, op zolder enz.

Hier zie je in een filmpje meer over gebruik van het lidwoord in de Nederlandse taal:

Lees nog eens de post (hierboven herhaald) die ik al eerder in dit draadje heb geschreven. In deze twee zinnen hoort een lidwoord bij alle zelfstandige naamwoorden (tenzij je NS beschouwt als een instelling). Dus:

De NS ziet een stijging voor treinreizen in het weekend.
In het weekend heb ik geen les.

[DimarMin]

Welke zin is goed:
Ik spreek Spaans het best.
Ik spreek het best Spaans.

[Rhiannon]

De twee zinnen hebben verschillende betekenissen.

De eerste zin betekent dat je beheersing van de Spaanse taal beter is dan van de andere talen die je spreekt. De tweede zin betekent dat je de voorkeur geeft aan Spaans spreken boven spreken in een andere taal. "Het best" heeft hier de betekenis van "bij voorkeur" en wordt vooral gebezigd in Vlaanderen.

Beide zinnen zijn correct.