De vraag 'wat zou er gebeuren als alles gratis zou zijn?' is op meerdere manieren uit te leggen, zoals ook wel uit de antwoorden gebleken is.
1) Wat zou er gebeuren als er geen schaarste zou zijn?
Utopia. Materieel althans. In die zin mogelijk een problematisch concept dat bepaalde vormen van menselijke dienstverlening bij volkomen afwezigheid van materiële schaarste vermoedelijk zullen verdwijnen en daarmee 'schaars' worden.
2) Wat zou er gebeuren als er geen geld zou zijn?
Gebrek aan efficiënte ruilmiddelen betekent waarschijnlijk gewoon grote inefficiëntie. Deze vraag verliest zijn betekenis bovendien naarmate er meer goederen in aanmerking komen om als geld te dienen. In de theorie van Keynes is geld niets anders dan dat goed waarvan opbrengst minus 'carrying cost' dicht bij nul zit, en het 'liquidity-premium' (d.w.z. de zekerheid die beschikking over precies dat goed oplevert) relatief hoog is (Keynes, The general theory of employment, interest and money, 225-229). En dan is er altijd wel een goed dat daarvoor in aanmerking komt: zo niet een elektronisch ruilmiddel, dan wel een edelmetaal of desnoods zout. Merk op dat daarmee ook een consumptiegoed de functie van geld tot op zekere hoogte kan overnemen, en de vraag zodoende paradoxaal kan maken.
3) Een derde mogelijkheid die door de vorm van de vraag gesuggereerd zou kunnen worden, namelijk dat er nog steeds schaarste is maar alles niettemin kosteloos is, is intern contradictoir en kan dus niet beantwoord worden.