Mijn versie van de ubermensch is - zoals sommigen hier al weten - de mens die leeft volgens de kerngedachten weergegeven in de bhagavad gita, oftewel de mens die - puur uit liefde voor god - zijn plicht doet in weerwil van alle omstandigheden en niet gehecht is aan de gevolgen daarvan.
Wat ik in je post lees raakt me, en ik voel er heel veel voor, ga heel ver met je mee.
Waar ik nog moeite mee heb, is je bovenstaande conclusie (of uitgangspunt). Het klinkt me nogal calvinisitsch in de oren. Mens: doe je plicht. Iets in mij protesteert tegen de slaafsheid die eruit spreekt (voor mij dan). Het lijkt erop dat ik met dit uitgangspunt afstand moet doen van vreugde, plezier, genot, harmonie (omdat ik niet gehecht mag zijn aan wat dan ook).
What's in it for me, what's in it for the world, wat is de prijs die ik moet betalen hiervoor?
Die vragen komen bij mij naar boven.
Dat is ook mijn drijfveer geweest voor het starten van dit topic. Ga ik zelf ten onder aan het opwerpen van intellectuele uitdagingen voor mezelf en anderen, of is het juist heilzaam? Wat is de uiteindelijke basisvraag die ik mezelf moet stellen om antwoord te krijgen op die vraag?
Het is de subjectieve beleving van anderen m.b.t. waarheid en welbevinden die we niet kunnen kennen; dat maakt wellicht deze discussie tot een minder wetenschappelijke in de definitie van wetenschap als het kenbare...
Ik voel veel voor Kinneging in zijn beschrijving van de verschillende soorten maatschappijen: van plichten maatschappij naar rechten maatschappij (nu) naar deugdenmaatschappij (later).
'Gelovigen' zijn immers toch maar wereldvreemde, intellectueel misleidde zieligaards, niet?
Wereldvreemd en intellectueel misleid? misschien.
zieligaards? lijkt me niet.
Dat is alleen (misschien) zo als intellect het alleenrecht op waarheid en welbevinden heeft. Het lijkt mij dat dit nog niet in de verste verte is aangetoond.
Daarbij bezie ik waarheid zoals door Heidegger gepercepieerd: (voor) waar-nemen.