Knockingonheavensdoor schreef:De secundaire oliewinningstechnieken (met NG en water) werken ook met druk en worden al toegepast als een veld nog niet gepiekt is of op plateauproduktie is. De 'nieuwe' technieken, al enkele decennia toegepast in een aantal grote olieproducerende landen, zoals 'horizontal drilling', zijn een soort 'super straws'. De produktiesnelheden worden verhoogd of de plateaufase wordt uitgerekt, echter het grote gevaar is dat daarna een sterk produktieverval optreedt.
Vandaar dat het artikel (en vele geologen) meldde(n): New oil-production technology, such as that employed in recent years in the North Sea, could delay the beginning of global oil-production decline for a few years beyond the mid-point of ultimate production. But, in that case, the subsequent decline will be accelerated.
Teervelden en schalies zullen nooit de hoofdbron van olie worden, of het zou moeten zijn als de wereldolieproduktie (crude oil) van de huidige 75 miljoen vaten per dag gedaald is naar 10-20 miljoen vaten per dag.
@Han (Knockingonheavensdoor),
Ten eerste een reactie op #421
Helder verhaal en ruim tien jaar later meer dan actueel. Naar dat artikel was al eens eerder gerefereerd, maar kan de link niet meer terugvinden. [Terzijde: Zelfs Bill Clinton heeft ooit gewaarschuwd voor de gevolgen van piekolie].
Ruim 10 jaar later is namelijk nog steeds het overgrote deel van de huidige wereldwijde olieproductie afkomstig uit velden met makkelijk winbare olie. Alleen resteren er volgens meer en meer onafhankelijke deskundigen (met uitzondering van Irak) vrijwel geen nieuwe velden meer met makkelijk winbare olie.
En wat daarnaast heel belangrijk is, is dat de productie van de (bestaande) makkelijk winbare olie de komende jaren in versneld tempo zal gaan afnemen. Een permanente daling en dat gaan we vanzelf heel erg merken.
Reactie op #423, dat deels hierboven aangehaald is
Betekenisvolle quotes en relevant commentaar.
Wat betreft olievelden met makkelijk winbare olie (op basis van wat ik gelezen heb) zou ik het volgende nog willen opmerken:
Het ene olieveld met makkelijk winbare olie heeft meestal noemenswaardig andere geologische kenmerken dan een ander olieveld met makkelijk winbare olie.
Ieder olieveld met makkelijk winbare olie heeft zo haar unieke geologische kenmerken, maar grosso modo bestaat van alle oorspronkelijke in een veld aanwezige olie ongeveer 30 a 35%.
uit makkelijk tot zeer makkelijk winbare olie.
De rest van de van een veld oorspronkelijk aanwezige olie bestaat uit zeer lastige olie die zoals Han al stelde slechts onder een regime van flinke investeringen in een relatief zeer laag tempo opgepompt zou kunnen worden.
De grens tussen het makkelijk winbare deel en het lastig winbare oliedeel van een veld schijnt nogal scherp te liggen.
Volgens allerlei deskundigen heeft vooral Saoedi- Arabie de laatste tien jaar haar olieproductie met behulp van moderne winningtechnieken op peil weten te houden.
Door moderne oliewinmethoden zal er nauwelijks meer olie uit een olie veld gehaald worden, maar alleen het tempo waarmee [de 35% aan makkelijke olie van de aanwezige oorspronkelijk olie] flink opgekrikt worden om vervolgens op korte tijd flink ineen te zakken.
Men probeert zolang mogelijk de piekproductie uit een veld extra lang te rekken. De curve is daardoor zoals dat men dat wel noemt skewed to the right met een scherpe ineenzakking.
Indien geen gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld horizontal drilling is de tijdsduur van de piekproductie van een veld veel korter, maar zal ook de terugval in productie veel geleidelijker verlopen.
De vrees bij menig onafhankelijk deskundige is dat door het geforceerd zolang mogelijk op peil houden van de piekproductie de komende jaren (onder andere in Saoedi Arabie) steeds meer grote olievelden in korte tijd een enorme productie afname zullen gaan vertonen. Net zoals het Mexicaanse Canterell.
2004 een keerpunt
Sinds eind 2004 is er sprake van een voelbaar tekort aan nieuwe velden met makkelijk winbare olie.
Er zijn duidelijke signalen dat olieproductie uit makkelijk winbare olievelden haar piek reeds bereikt heeft en dat (vooral vanaf grofweg 2004) de productie terugval meer en meer gecompenseerd dient te worden met steeds duurdere, steeds lastiger te extraheren olie. Men moet nu al tegen de klippen op investeren om de huidige wereldwijde olieproductie op peil te houden.
De laatste strohalm waar men zich aan vasthoudt zijn flinke technologische doorbraken bij het winnen van olie. Op papier beloftevolle technologie (vanuit commerciele hoek) vallen tot nu toe enorm tegen. En dat is volgens steeds meer onafhankelijke deskundigen ook niet zo vreemd aangezien de geologische structuur, locatie en aard van lastige te exploiteren olievelden.
Volgens menig onafhankelijk deskundigen is de kans klein dat er zelfs op de middellange termijn technologische doorbraken plaatsvinden.
Het technologische toverstafje als laatste strohalm.
IEA
Laatste jaren zijn er dubbele signalen vanuit o.a. het IEA te horen. Het IEA dient vermoedelijk meerdere meesters tevreden te houden. Bijvoorbeeld niet teveel onrust veroorzaken. Tot voorkort ging o.a. het IEA nog uit van de verwachte toekomstige olievraag, maar de laatste twee jaar is daar een kentering in gekomen. Het IEA staat de laatste tijd steeds meer stil of het ook realistisch is dat in de toekomst via het aanbod aan de verwachte toekomstige vraag voldoen kan worden. Voorlopig gaat het IEA nog wel uit van zeer optimistische (onrealistische) randvoorwaarden.
Normaliter brengt het IEA twee rapporten naar voren:
1)
Een in een zeer rooskleurig jasje gevat samenvattend rapport bestemd voor de buitenwereld zoals Journalisten, Politici, Industrielen, Economen enzovoort.
2)
En daarnaast een veel dikker rapport waarin de details staan.
Opmerkelijk is dat het IEA in het dikkere, meer gedetailleerde, rapport stelt
dat de extra olie vooral uit bestaande olievelden zal dienen te komen [en dus niet uit nieuwe olievelden!] en dat technologische doorbraken daarvoor moeten gaan zorgen.
Dat er uit de bestaande velden zon 10 a 15% extra aan olie gehaald zal worden dan tot nu toe het geval was. Menig onafhankelijk deskundige beziet laatstgenoemde als een totaal onrealistische uitspraak vanuit het IEA.
Belangrijk is dat volgens menig peakoiler het IEA daarmee (het hierboven vetgemaakte) aangeeft dat er ook volgens hun nauwelijks meer nieuwe olievelden met makkelijk winbare olie voorradig zijn.
Het EIA stelt verder dat een regime van (onrealistische) hoge investeringen noodzakelijk zijn om de voor het jaar 2030 beoogde olieproductie te realiseren .
En dat de toename vooral onconventionele olie zal betreffen en dus geen conventionele olieproductie.
Eigenlijk brengt het EIA door de regels door een zeer sombere boodschap ten aan zien van de toekomstige wereldwijde olieproductie. Er dienen aan zeer onrealistische randvoorwaarden (flinke technologische doorbraken, onrealistisch hoge investeringen enzovoort) voldaan te worden om de beoogde olieproductie te realiseren.
Een zeer sombere boodschap verhuld in een voor de buitenwereld bestemd zeer rooskleurig jasje om onrust op de kortere termijn te voorkomen. De financieel economische wereld staat nu al noemenswaardig te wankelen.
De waarheid over piekolie zal helaas niet verborgen gehouden kunnen worden. Hoe langer de boodschap verborgen blijft des de groter de uiteindelijk shock zal zijn. En die shock zal naar menig onafhankelijk deskundige geen vijf jaar meer op zich laten wachten.
Enkele voorbeelden van te optimistische verwachtingen in het verleden
4 jaar geleden ging menigeen er nog van uit dat Saoedi Arabie binnen 5 a 10 jaar nog tot zon 15 a 20 miljoen vaten zou kunnen opkrikken.
5 jaar gelden was er nog flink wat optimisme over de Mexicaanse olieproductie, onder ander dat de productie van het voormalig superveld Cantarell pas in 2015 zou gaan afnemen.
Ruim tien jaar geleden ging menigeen er vanuit de Noordzee olieproductie nog lang niet op haar piek zou zitten. De Noordzee olieproductie piekte in het jaar 1999/2000)
Vanuit Russische regeringskringen is enige maanden terug al aangegeven dat vanaf nu de olieproductie van de West Siberische olievelden (makkelijk winbare olie) collectief met zon 5% op jaarbasis gaat afnemen. Dat vooral vanaf 2011/2012 de Russische olieproductie op jaar basis met enkele procenten gaat inzakken.
Irak is zowat de laatste strohalm wat de makkelijk winbare olie betreft. Menig onafhankelijk deskundige waarschuwt voor teveel optimisme ten aanzien van de toekomstige Iraakse olieproductie. Met binnen tien jaar een extra productie van 3 miljoen vaten per dag mogen we al heel blij zijn. Dat terwijl de productie uit de rest van de wereld al met meerdere miljoenen vaten per dag per jaar aan het afnemen is. Vanuit laatstgenoemd perspectief zal de mogelijke paar miljoen vaten per dag uit Irak slechts een druppel op een gloeiende plaat zijn.
De Non Opec [welke momenteel zon 56% van de wereldwijde olieproductie voor haar rekening neemt] haar piek al bereikt heeft. Binnen enkele jaren zal duidelijk worden, tenzij de wereldeconomie te veel inzakt, waartoe de OPEC met haar olie export nog in staat zal zijn.
Het zal me niet verbazen dat laatstgenoemde enorm gaat tegenvallen. Een shock, een oliebom.
Financiele kaartenhuis
Het omslagpunt [in de wereldwijde olieproductie] is volgens steeds meer deskundigen bereikt. De makkelijk winbare olie is op haar retour en dient steeds meer gecompenseerd te worden door olie uit lastige velden. Een (zich versnellende) neerwaartse spiraal.
De minnen overtreffen steeds meer de plussen.
Binnen een jaar of twee zullen we, mits de wereldeconomie niet verder inzakt, vanzelf duidelijker gaan ervaren hoe beroerd de wereldwijde oliesituatie er voorstaat.
Ieder economisch herstel zal al snel te niet gedaan worden vanwege de toenemende oliekrapte.
Een tijdperk waarin het zaagtandmodel van toepassing zal zijn
tot de boel in elkaar klapt.
Door te hoge olieprijzen raken belangrijke economieen weer een in recessie, waardoor de vraag naar olie op korte tijd flink inzakt en naar een tijdje hersteld de economie weer enigszins en daarmede ook de vraag naar olie. Aangezien bij een toenemende olievraag
Een tijdperk met structureel sterk schommelde olieprijzen is aangebroken. Bij ieder economisch herstel lopen we weer snel tegen de maximale wereldwijde olieproductiecapaciteit aan. Zelfs met extreem hoge investeringen is de wereldwijde olieproductie vrijwel niet meer op te krikken.
Door te hoge olieprijzen raken belangrijke economieen weer in recessie, waardoor de vraag naar olie op korte tijd flink inzakt [en daarmede ook de olieprijs op relatief korte tijd flink inzakt waardoor naar een tijdje de economie weer wat makkelijker enigszins kan herstellen en daarmede ook de vraag naar olie].
Aangezien slechts bij een geringe toename van de olievraag de wereldwijde
maximale productiecapaciteit bereikt wordt schieten de olieprijzen op korte tijd zeer snel omhoog. En na de piek komt de wereldwijde maximale productie capaciteit steeds lager te liggen.
Hebben we het nog niet eens gehad over de netto olieproductie, laat staan de netto olieexport. Want dan ziet het plaatje er extra somber uit.
De bestaande olievelden bestaat momenteel grotendeels nog uit velden met makkelijk winbare olie waarvan, gemiddeld bezien, de productie de komende jaren naar verwachting versneld zal gaan afnemen.
Wanneer een olieveld (met makkelijk winbare olie) eenmaal in gebruik is genomen zijn de kosten om de productie op gang te houden relatief laag. De kosten zitten vooral in het online brengen van nieuwe olievelden [met name het aanleggen van de benodigde infrastructuur], of het geforceerd op peil houden van de olieproductie uit een veld.
Vooral het in gebruik nemen van nieuwe lastig winbare olievelden is kapitaal intensief. Binnen de context van de huidige financieel economische situatie is er nu al een olieprijs van minimaal 60 dollar per vat benodigd om gedane investeringen rendabel te maken. Tegelijkertijd mag de olieprijs niet te ver boven de 80 dollar per vat uitstijgen, omdat anders vooral het economisch herstel in de VS te niet gedaan wordt.
En zo wordt de optimale prijsmarge steeds kleiner, totdat de marge waarbij nog op rendabele wijze nieuwe olievelden geexploiteerd kunnen worden zonder de wereldeconomie in een recessie te doen geraken tot nul gereduceerd is.
Het economisch draagvlak om op noemenswaardig niveau nog nieuwe olievelden online te brengen zal vanaf dat moment totaal wegvallen. Op dat moment, welke m.i. zeer dicht bij is, zal het financieel economisch stelsel extreem op haar grondvesten gaan trillen, met grote kans van totale ineenstorting. Dat piekolie uiteindelijk de genade slag zal uitdelen.
Samengevat
Het zal volgens allerlei onafhankelijke analisten al binnen enkele jaren een hele kunst worden om het huidige financieel economische kaartenhuis overeind te houden. Een kaartenhuis dat steunt op een heleboel toekomstige beloften.
Toekomstige beloften waarbij uitgegaan wordt van een ruim aanbod aan goedkope energie en grondstoffen.
Wat betreft dat ruime en goedkope aanbod zal zelfs de nabije toekomst al heel anders gaan uitpakken.
We zitten nu al met één been in een nieuwe olie_realiteit.
Er is nog steeds geen goedkoop en grootschalig inzetbaar alternatief (substituut) voor aardolie. De tijd dringt enorm. Het is al vijf
over twaalf.