always schreef:
Waarom is dat dan precies 2. Maw wat zorgt ervoor dat de relativistische 'methode' altijd een tweemaal hogere waarde lijkt te geven?
Nogmaals:
De uitdrukking
E=
mc2 en de uitdrukking
Ekin=1/2
mv2 gaan over 2 verschillende dingen: De laatste over kinetische energie in situaties waar Newtons mechanica geldig is; de eerste is een uitdrukking voor de equivalentie tussen massa en energie die volgt uit de afleiding van kinetische energie in relativistische context.
Hoe zit dit precies? Uit de speciale relativiteitstheorie volgt dat de ervaren massa afhankelijk is van de snelheid. De vergelijking
E=1/2
mv2 is een benadering die alleen bij lage snelheden geldt, bij hogere snelheden heeft de snelheid ook invloed op de massa zelf!
Je moet kinetische energie schrijven als
E=
mc2
waarbij de term voor
m (de ervaren massa) afhankelijk is van de snelheid volgens
\(m=m_0 \frac{1}{\sqrt{1-\frac{v^2}{c^2}}}\)
Daarbij is m0 de massa die je meet als het voorwerp ten opzichte van jou stilstaat (de rustmassa)
Dus eigenlijk moet je schrijven:
\(E=\frac{m_0c^2}{\sqrt{1-\frac{v^2}{c^2}}}\)
Dit kun je op een andere manier opschrijven (via een zogenaamde reeksontwikkeling), namelijk als
\(E=m_0c^2 + 1/2 m_0v^2 + ...\)
In plaats van de puntjes komen er nog andere termen, maar bij niet al te hoge snelheden zijn die verwaarloosbaar klein. Als je je focust op de termen die wel belangrijk zijn, dan zie je daar dus staan, dat de energie het totaal is van een term die onafhankelijk is van de snelheid, en enkel van de rustmassa, plus een term die we al kenden als de kinetische energie in het raamwerk van Newton.
De v'tjes en de c'tjes zijn dus niet zomaar uitwisselbaar, en de ene term is echt niet 2 keer zo groot als de ander.
Ik hoop dat dit wat licht op de materie laat schijnen.