Toeval moet je zien als
oorzaak-gevolg.
Pietje moet melk kopen en jantje koopt spruiten, in de supermarkt komen ze elkaar tegen...toeval zeggen ze.
Pietje moest melk kopen omdat zijn moeder dat vroeg en pietje had niets te doen ivm met een stroomuitval dus protesteerde niet. Jantje woont in hetzelfde dorp en ook daar was dus de stroom weg en omdat jantje ook niets te doen heeft vraagt zijn moeder hem spruiten te kopen omdat zij dit vergeten is.
Pietjes ouders zijn in het dorp gaan wonen omdat er een mooi huis te koop stond voor een goedkope prijs, jantje woont er omdat zijn ouders daar allebei zijn opgegroeid en dit gold voor elke generatie.
Pietjes ouders waren toen pietje nog niet bestond uit huis gegaan omdat ze een kind kregen en er te weinig ruimte was.
jantje zijn ouders woonde eerst nog in het ouderlijk huis maar jantjes moeder werd onverwacht zwanger, gelukkig stond er een goedkoop huis te koop
zo kan je heel lang doorgaan tot het "toeval"wat leven heet...
Conlusie: toeval bestaat niet, wat wij toeval noemen is een gevolg van een oorzaak
Dat mensen bepaalde keuzes maken is meestal heel logisch voor de situatie waar zij zich in bevinden. dus toeval bestaat niet.