\( L=I\omega\)
, \(I=\sum mr^2\)
en \(E={1\over 2} I \omega^2\)
In situatie 1 is de staaf 2 meter. dus \(I= 2 \cdot 1 \cdot 1=2\)
, \(L= 2 \cdot 1 =2\)
em \(E ={1\over 2} \cdot 2 \cdot 1 =1\)
.We laten de staaf uitschuiven tot 4m. Dan wordt
\(I= 2 \cdot 1 \cdot 4=8\)
. De energie blijft gelijk, dus \(1={1\over 2} 8 \omega^2\)
, dus \(\omega=0.5\)
. Daaruit volgt voor het impulsmoment \(L=8 \cdot 0.5 =4\)
.L gaat van 2 naar 4. Hoe kan het impulsmoment dan een behouden grootheid genoemd worden? Of pluk ik de verkeerde formules bij elkaar voor deze situatie?