HansH schreef: ↑do 16 jul 2020, 22:31
flappelap schreef: ↑do 16 jul 2020, 11:33
Nee. Een waarnemer ver buiten het zwarte gat zal meten dat de lichtsnelheid op de horizon nul is.
Dus zodra je versnelt of in een zwaartekrachtsveld zit (wat immers niet te onderscheiden is van versnelling) dan is de waarde van c zoals waarnemers het licht zien vanuit jouw zaklaantaarn dus kleiner zijn dan dan 300000km/s.
Dus dan moet vanaf aarde gezien in een raket die versnelt het licht ook langzamer gaan. dus dan moet er ook een versnelling van die raket te berekenen zijn waarbij de snelheid van het licht vanuit een zaklantaarn in die raket 0 is geworden, gezien vanaf de waarnemer op aarde. Hoe groot is die versnelling?
Dit geldt volgens mij voor elke willekeurige versnelling; zolang deze waarnemer maar lang genoeg wacht
Stel, we nemen een inertiaalwaarnemer, Bob. Bob gebruikt coordinaten {t,x}. Deze inertiaalwaarnemer ziet een eenparig versnellende persoon, Freek (Freek versnelt). Eenparig betekent in dit geval: Freek zelf (!) meet een constante versnelling. Je kunt laten zien dat vanuit Bob bekeken Freek een parabool in een ruimtetijddiagram aflegt. In ons geval komt Freek met een rotgang op Bob af, waarbij Freek vertraagt. Op Bobs t=0 is de snelheid van Freek 0, waarna Freek weer de andere kant op van Bob af versnelt. Het diagram (waarbij de blauwe lijn de wereldlijn van Freek is) zie je b.v. hier,
https://www.researchgate.net/figure/Col ... 1_45917985
Stel nu dat Bob het volgende doet: op het moment t=0 (gemeten door Bob) dat Freek door een bepaald punt gaat (x=constant), schiet Bob ook een lichtstraal in de richting van Freek. De vraag is nu: zal deze lichtstraal Freek ooit inhalen?
Je kunt laten zien dat als Freeks eigenversnelling gelijk is aan, zeg, a, en x=a^2/c op t=0, dan zal de lichtstraal Freek nooit bereiken. Dit kun je ook weer in het diagram hierboven zien: de lijn x=ct is een asymptoot van de hyperbool die Freek aflegt. Als we naar Freeks stelsel transformeren, dan zal Freek meten dat de lichtstraal hem nooit bereikt. Als Freek heel lang wacht, dan zal de lichtstraal steeds dichter bij hem komen, maar zal hem nooit bereiken. Freek zal uiteindelijk dan ook meten dat de lichtsnelheid van deze lichtstraal 0 wordt.
Als Freek daarentegen stil zou staan en ver weg van een zwart gat zou zitten waarop hij een lichtstraal afschiet, dan zou hij na lang genoeg wachten meten dat deze lichtstraal de horizon nooit zou bereiken.
Als Freek versnelt, ervaart hij ook een horizon, zoals je in de figuur kunt zien: er is een regio die causaal afgeschermd is van hem. Je kunt bovendien aantonen dat als je van Bob naar de versnellende Freek zou transformeren, de 00-component van de metriek eenzelfde vorm krijgt als de 00-metriek van de Schwarzschild-oplossing. Dit is ook wat het equivalentieprincipe voorspelt, maar dat kun je dus expliciet maken. Deze 00-component van de metriek, zoals gemeten door Freek, zal afhangen van a.