Je kunt op het oppervlak willekeurig veel (dus zeker meer dan tien) topologische handvatten aanbrengen die zich vrij over het oppervlak kunnen bewegen. Het enige dat daarvoor nodig is is dat de handvatten klein genoeg zijn om de structuur van het globale oppervlak niet te verstoren. - Maar wat versta je hier onder stabiel?
Echt begrijpen doe ik dit niet. Wat zijn handvaten, zijn dat uitsteekels die zomaar ergens eindigen. Dat zou in mijn model van het grensvlak niet kunnen omdat deze dan direct ingetrokken worden.
Onder stabiel vat ik dat het oppervlak een neiging heeft, zo weinig mogelijk gebogen willen zijn, en dat ondanks deze neiging een afwijking niet kan verdwijnen, zoals een kleine uitsteeksel dit wel kan doen. Het heeft inderdaad dus altijd met de topologie te maken.
Als ik het goed begrijp verstaat Spacebel onder een verstoring het optreden van een defect. Een plaats waar het oppervlak wordt onderbroken. Als je het oppervlak ziet als een stel elkaar in 3 richtingen kruisende buizen, dan is een verstoring het wegvallen van een stuk buis tussen 2 knooppunten.
Inderdaad of ook een extra verbinding die niet zomaar kan verdwijnen. Een bobbeltje of een holletje in het oppervlak is niet voldoende. Als je eenmaal een defect hebt zou die niet zomaar kunnen verdwijnen. Dat zou ik onder stabiel verstaan. In de tijd altijd blijvend en ook tijdens verplaatsing.