Ik kom erop terug.
Mijn wiskundige vaardigheid om dit af te maken is helaas onvoldoende. Wellicht kan iemand mij helpen.
Een model van een heliumkern
in de stijl van Uiterwijk Winkel.
De heliumkern bevat 4 protonen en 2 elektronen.
Beperkingen
We onderzoeken, of een model zuiver op grond van de elektrische krachten stabiel kan zijn. De protonen en elektronen beschouwen we als harde bollen zonder spin. De ouderwetse kernkrachten spelen geen rol.
De modellering
Beschouw de tetraëder ABCD. De ribben hebben lengte 4 willekeurige lengte-eenheden waarvan de orde van grootte de femtometer is. Op de hoekpunten bevinden zich de 4 protonen.
Het midden van BC is P. Het midden van AD is T het midden van TP is R.
R is het meetkundige massamiddelpunt van de tetraëder.
Ergens tussen R en T is punt S. Hier zit een elektron.
Ergens tussen Pen R zit punt Q. Daar zit het andere elektron.
Werkwijze
We gaan onderzoeken, of op elk van de protonen en elektronen een resulterende kracht richting R is. Als dat het geval is, is de kern stabiel, want hij kan niet oneindig klein worden. Tijdens het onderling naderen komt er fysiek contact en de deeltjes kaatsen elkaar terug volgens het harde bollen model. Na de terugkaatsing worden ze weer richting R gedreven: een stabiel evenwicht.
Enige maten.
AP = DP = 2√3. PT = 2√2 en PR = RT = √2.
HoekDAQ = α en hoekDAS = β. Deze twee hoeken zijn voorlopig variabel met α > β. AQ = 2/cos α AS = 2/cos β.
In ∆APR zijn AR = √6 en hoek PAR = δ. cos δ = (2√2)/3 sin δ = 1/3. Dan is tan δ = (√2)/4.
Krachtsbepalingen op het proton in A door de andere protonen
Hier speelt alleen afstoting.
De grootte van de kracht van het proton in B op het proton in A is FB = F.
De grootte van de kracht van het proton in C op het proton in A is FC = F.
De feitelijke waarde van F speelt geen rol; het gaat om verhoudingen en richtingen.
Ze zijn even groot en de hoek ertussen is 60°. (In het vlak van ∆ABC.)
Hun resultante is FBC = F√3 = 1,730508 F. Hij ligt op de PA.
De grootte van de kracht van het proton in D op het proton in A is FD = F.
De resultante van FBC en FD is FBCD = F √(4 + √3) ≈ 2,3941702 F.
De scherpe hoek van FBCD met het verlengde van PA is γ.
cos γ = 0,9322857 en sin γ = 0,3617225.
Bepaling van de kracht op het proton in A door het elektronen in S
Die aantrekkingskracht is FS.
De elektrische krachten zijn omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand. AD = 4 en AS = 2/cos α, terwijl FD = F. Dus
FS : FD = (AD/AS)2 = (4/(2/cos β))2. Dus FS = 4cos2β F
Evenzo is FQ = 4cos2 α F.
Assenstelsel
Nu moet de resultante worden bepaald van FS, FQ en FBCD. Daartoe brengen we een assenstelsel aan met de oorsprong in A, de x-as op AP en de y-as in het vlak door A,P en D.
FQ maakt een hoek van (60° α) met de x-as en FS (60° β).
FS = (4cos2β cos(60° β) F,. 4cos2β sin(60° β) F)
FQ = (4cos2α cos(60° α) F,. 4cos2α sin(60° α) F)
FBCD = (2,3941702 cos γ F ,. 2,3941702 sin γ F)
Dit herschrijven we tot
FS = (2cos2β (cos β + √3 sin β) F , 2cos2β (√3 cos β sin β) F)
FQ = (2cos2α (cos α + √3 sin α) F , 2cos2α (√3 cos α sin α) F)
FBCD = (2,2320506 F , 0,8660252 F)
Fres = FS + FQ + FBCD.
Fres,x / F= (2cos2β (cos β + √3 sin β) + (2cos2α (cos α + √3 sin α) + 2,2320506
Fres,y / F= 2cos2β (√3 cos β sin β) + 2cos2α (√3 cos α sin α) + 0,8660252
We weten al, dat tan δ = (√2)/4. Kunnen we nu met geschikte α en β de
Fres,y / Fres,x gelijk krijgen aan (√2)/4? Dan is Fres, op R gericht en kan het bijdragen tot een stabiel heliumatoom